5.9.1
Inhoud van het runrapport
Een EZ2-runrapport wordt aangemaakt door de softwaretoepassing nadat een run is voltooid,
afgebroken of is mislukt en de gebruiker op de knop Finish (Voltooien) tikt op het scherm dat wordt
weergegeven nadat een run is beëindigd.
Elk runrapport wordt in twee indelingen opgeslagen: pdf en XML. Beide indelingen bevatten
dezelfde informatie, namelijk:
De ID van de gebruiker die was aangemeld toen de run werd gestart
Het serienummer van het instrument
De duur van de run
De tijd en datum waarop de run werd gestart en beëindigd
Protocolinformatie:
o
Naam
o
Versie
o
Applicatie
o
Geselecteerde parameters
o
Aantal monsters
De naam, het materiaalnummer, het partijnummer en de uiterste gebruiksdatum van de kit
De titel van het runrapportbestand, met inbegrip van de datum waarop de run is beëindigd en
het serienummer van het instrument
De status van de run, die aangeeft of de run is geslaagd, mislukt of afgebroken
Fouten (indien van toepassing)
De status van de opruimprocedure die vereist is nadat een run eindigt
Informatie over de monsters: de posities en namen ervan, en eventuele opmerkingen die door
de gebruiker zijn toegevoegd
Informatie over waarschuwingsmeldingen voor monsters
Onderhoudsinformatie (vereist, uitgevoerd etc.)
Goedkeuringsstatus van monsters
5.10 De werktafel opstellen
Het opstellen van de EZ2-werktafel bestaat uit het verwijderen van het tiprek en cartridgerek uit het
instrument, het inladen van de cartridges, buisjes, tiphouders en tips, en het terugplaatsen van de
rekken in het instrument. Voor sommige protocollen moeten aanvullende acties worden uitgevoerd
voordat een run wordt gestart, bijv. het omkeren van de cartridge om de magnetische korrels te
mengen. Deze acties worden beschreven op het scherm Het cartridgerek inladen en Het tiprek
inladen van het protocolrun-instelproces en in de handleidingen van de kit.
Gebruiksaanwijzing EZ2 Connect MDx
05/2022
132