In het geval van verontreiniging door nucleïnezuren kan DNA-ExitusPlus™ (AppliChem, cat.nr.
A7089,0100) worden gebruikt voor het reinigen van oppervlakken en onderdompelen van
werktafelonderdelen. DNA-ExitusPlus kan ook worden gebruikt voor ontsmetting door het op
werktafelonderdelen te sproeien als ze uit het instrument zijn verwijderd. Na reiniging met DNA-
ExitusPlus kunnen er resten op de oppervlakken achterblijven. Om die reden is het vereist dat de
onderdelen, na reiniging met DNA-ExitusPlus, verscheidene malen schoongemaakt worden met een
met water bevochtigde doek of worden afgespoeld onder stromend water, tot de DNA-ExitusPlus
volledig is verwijderd.
Opmerking:
volg
de
instructies
ontsmettingsoplossingen gebruikt.
6.2
Onderhoud na de run
Na elke run van de EZ2 is onderhoud na de run vereist.
De EZ2 mag uitsluitend worden bediend door gekwalificeerd personeel dat hiervoor is opgeleid.
Het onderhoud van EZ2 moet worden uitgevoerd door servicemonteurs van QIAGEN.
WAARSCHUWING
Bewegende delen
Om contact met bewegende delen tijdens de werking van de EZ2 te
vermijden, moet de kap gesloten zijn als het instrument in werking wordt
gesteld.
Als de sensor van de kap of de vergrendeling niet goed werkt, neem
dan contact op met de technische diensten van QIAGEN.
WAARSCHUWING
Bewegende delen
Vermijd contact met bewegende onderdelen tijdens het gebruik van de
EZ2. Handen mogen in geen enkel geval onder de pipetteerarm worden
geplaatst wanneer deze beweegt. Verwijder geen kunststof artikelen van
de werktafel terwijl het instrument in bedrijf is.
Gebruiksaanwijzing EZ2 Connect MDx
van
de
fabrikant
altijd
05/2022
zorgvuldig
op
wanneer
u
148