Gebruik
Maaien
TIP
De bediening van een aangekoppelde frontmaaier is zoals gewoonlijk. Er kunnen stan-
daard geen functies worden gekoppeld aan de achtermaaier.
AANWIJZING
Schade door botsingen
Als de tractorregeleenheid zich tijdens het maaien niet in de zweefpositie bevindt, is de
botsbeveiliging niet actief.
► Zorgen dat de tractorregeleenheid zich in de zweefpositie bevindt voordat met maaien
wordt begonnen.
Voorwaarde
•
Tractor voldoende geballast.
•
Machine volledig aan een geschikte tractor gekoppeld.
pagina 57.
•
Achterhefinrichting hoogtepositie correct ingesteld.
tie" pagina 67.
•
Topstang zodanig ingesteld dat de maaibalk over de hele oppervlakte op de glijsloffen
rust.
Zie "Schijvenmaaier maaibalkpositie" pagina 72.
•
Messen, mesbevestiging en maaischijven gecontroleerd op schade.
•
Visuele controle of de automatische beschermingen volledig naar de werkpositie geklapt
zijn.
•
Tractorregeleenheden in zweefpositie.
Werkwijze
►
Machine op de plaats van gebruik in de werkpositie brengen.
transportpositie tot stand brengen" pagina 78.
▷
Zorgen dat de tractorregeleenheid op zweefpositie staat, anders is de botsbeveili-
ging niet actief.
►
Optionele uitrusting afhankelijk van de werkvereisten in positie brengen.
►
Aftakas buiten het te maaien gewas langzaam inkoppelen en snel maar gelijkmatig tot
het maximale toerental versnellen.
►
Tractor versnellen en de rijsnelheid aanpassen aan het te maaien gewas en de terrein-
omstandigheden.
Een draaimanoeuvre uitvoeren
Werkwijze
►
Rijsnelheid verminderen en aan het einde van het maaigebied de tractorregeleenheid
bedienen om de machine naar de kopakkerpositie te heffen.
80 |
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing NOVACAT H 9500
Zie "Tractorballast" pagina 48.
Zie "Koppeling aan de tractor"
Zie "Achterhefinrichting hoogteposi-
Zie "Werkpositie vanuit de
3836.nl-NL.80Z.0