Een optionele externe monitor toevoegen
Voor het aansluiten van een monitor op het werkstation:
1.
Bepaal de juiste kabel en/of benodigde adapter voor de aansluiting van de monitor.
DisplayPort
VGA
DVI
Dual-Link (DVI)
HDMI
2.
Sluit het DisplayPort-einde van de kabel/adapter aan op de DisplayPort-connector op de achterkant van
het werkstation.
Of
Sluit het USB Type-C-einde van de kabel/adapter aan op de USB Type C-connector op de linkerkant van
het werkstation.
3.
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de optionele extra monitor.
4.
Zet de monitor aan. Als het werkstation Windows gebruikt en er een grafisch stuurprogramma
geïnstalleerd is, zal het werkstation de optionele externe monitor automatisch herkennen en als scherm
gebruiken.
Het aanpassen van het beeldscherm of een optionele externe monitor
U kunt de vernieuwingsfrequentie, schermresolutie, kleurinstellingen, tekengrootte en
energiebeheerinstellingen van het beeldschermr van het werkstation en dat van de optionele externe monitor
handmatig selecteren of wijzigen. Gebruik het configuratiescherm van de grafische kaart (MXM-kaart of
geïntegreerde grafische kaart) of kies Configuratiescherm. Selecteer Vormgeving en persoonlijke
instellingen, Beeldscherm, en pas vervolgens een van de beschikbare instellingen aan.
Raadpleeg de documentatie van de monitor voor meer informatie over de configuratie van een optionele
externe monitor.
18
Hoofdstuk 3 Het workstation installeren en gebruiken
Monitor
DisplayPort-kabel
Of
USB Type-C-naar-DisplayPort adapter
DisplayPort naar VGA-adapter met VGA-kabel
Of
USB Type-C-naar-VGA adapter
DisplayPort naar DVI-adapter met DVI-D-kabel
DisplayPort naar DLDVI-adapter met Dual-Link-
kabel
DisplayPort naar HDMI-adapter met HDMI-kabel
Of
USB Type-C-naar-HDMI adapter
Benodigde aansluiting