Materiaal
Roestvrij staal
AISI 304
•
Wisselen van condensator (Afb. 9)
•
Reiniging waaier (Afb. 9) 10)
•
Vervanging afdichting (Afb. 11)
•
Vervanging vlotterschakelaar (Afb. 13)
•
Wisseling snij-inrichting (voor GRINDER FX Afb. 14)
8.2 Buitengewoon onderhoud
De werkzaamheden voor buitengewoon onderhoud mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een assistentiewerkplaats die erkend is
door DAB Pumps.
Voor explosiebeveiligde pompen is reparatie van de Ex-koppelingen verboden.
8.3 Verontreinigde pompen
Als een pomp gebruikt is voor een vloeistof die schadelijk voor de gezondheid of giftig is, dan moet de pomp
aangemerkt worden als verontreinigd.
Als reparatie van een pomp nodig is, dient u contact op te nemen met het assistentiecentrum om de bijzonderheden over de gepompte
vloeistof enz. door te geven voordat u de pomp opstuurt voor reparatie. Doet u dit niet, dan kan het assistentiecentrum weigeren de pomp
te accepteren.
Eventuele kosten voor het retourneren van de pomp zijn voor rekening van de klant.
Bij elke aanvraag voor service (ongeacht aan wie deze gericht is) moeten echter details beschikbaar gesteld worden over de verpompte
vloeistof als de pomp is gebruikt voor vloeistoffen die schadelijk voor de gezondheid of giftig zijn. De pomp moet grondig worden gereinigd
voordat deze wordt geretourneerd.
9. OPSPOREN VAN STORINGEN
Voordat een poging wordt gedaan om een storing te analyseren, dienen de zekeringen te worden verwijderd of dient
de voedingspanning te worden uitgeschakeld. U dient er zeker van te zijn dat de voedingspanning niet per ongeluk
kan worden ingeschakeld. Er mogen geen onderdelen meer draaien.
Alle voorschriften die van toepassing zijn op pompen die zijn opgesteld in explosiegevaarlijke omgevingen moeten
worden nageleefd.
Wees ervan verzekerd dat er geen werkzaamheden worden uitgevoerd in een mogelijk explosiegevaarlijke omgeving.
Raadpleeg voor alle controlehandelingen de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding of in de bijlage.
STORINGEN
De elektropomp
start niet.
Sterkteklasse
UNI EN ISO 3506-1
A2-70
WAARSCHIJNLIJKE OORZAKEN
1.Onvoldoende spanning
2. De stroom bereikt de motor niet
3. De thermische beveiliging is ingeschakeld.
a) monofase motor
b) driefasenmotor
4. De stroomonderbreker van het paneel of de
aardlekschakelaar van het verdelerpaneel is
ingeschakeld.
5. Automatische vlotterschakelaar geblokkeerd.
6. De niveausensoren of de vlotterschakelaars
maken de inschakeling niet mogelijk.
7. Het bedieningspaneel is defect.
8. Waaier geblokkeerd.
9. Elektropomp werkt niet.
NEDERLANDS
Min. Treksterkte
[MPa]
700
1. Controleer de waarde (zie "Technische kenmerken")
van de ingangsspanning van de motor.
2. Controleer het lichtnet, de voedingskabels,
aansluitingen en zekeringen.
a) Wacht op de voorziene afkoeling.
b) Herstel het thermisch relais en controleer de
kalibratie.
4. Controleer de isolatie: van de kabels van de
elektropomp, van de elektropomp zelf of van de
vlotterschakelaars. Reset de stroomonderbreker in het
paneel of de aardlekschakelaar in het verdelerpaneel.
5.Reinigen en de staat en werking controleren
6. Wacht tot het niveau is hersteld, controleer de staat
en werking van de sensoren, vlotterschakelaars en de
bijbehorende apparatuur.
7. Probeer, indien mogelijk, het bedieningspaneel uit
te sluiten door de pompen rechtstreeks op de voeding
aan te sluiten Neem eventueel contact op met de
technische dienst van DAB
8. Verwijder het obstakel, reinig de waaier en neem
eventueel contact op met de technische dienst van
DAB.
9. Neem contact op met de technische dienst van DAB
45
Min. vloeigrens
[MPa]
450
OPLOSSINGEN