Veiligheidsaanwijzingen
Aanwijzingen voor veilig werken:
zie bijlage-A1 pt. 7.), 8a. - 8h.)
Attentie!
Deze machine is alleen bedoeld voor
gebruik in combinatie met tractoren (niet
voor zelfrijdende machines).
Bij zelfrijdende machines is het zicht
van de bestuurder beperkt, wanneer
de beide buitenste maaibalken in de
transportpositie zijn hooggezwenkt.
Belangrijk!
Voor iedere ingebruikname moet het
voertuig worden gecontroleerd op
v e r k e e r s v e i l i g h e i d ( v e r l i c h t i n g ,
reminstallatie, beschermingen, ...)!
Machine aan de trekker aanbouwen
De maaier in het midden aan de trekker aanbouwen
- Hefpennen dienovereenkomstig afstellen.
- De hydraulische hefstangen begrenzen om zijwaartse
speling te voorkomen.
Aanbouwraam horizontaal
- Door het verdraaien van de hefstangverstelling (15) het
aanbouwraam horizontaal afstellen.
15
1601_D-AANBOUW_3850
AANBOUW AAN DE TREKKER
Machine aan de driepuntsaanhanging monteren
1. Het apparaat is ontworpen voor aanbouwcategorie III/3
(optioneel: categorie IV/3)
2. Instellen van de afstand tot de trekker:
Zorg ervoor dat de maaiers bij het
inklappen in transportpositie niet met
de sleper botsen.
1
X
Plaats hiervoor beide hefarmbouten 62,5 mm (X) weg
van de trekker.
De bouten (1) moeten daarbij worden vastgezet met
een koppel van 450 Nm.
3. Ombouw naar Quick Hitch (VS):
2
Bij de aanbouw voor Quick-Hitch moeten de
hefarmlussen (1) 180° worden gedraaid. (Zie figuur)
Kogels en afstandshulzen blijven overbodig.
De bouten (2) moeten daarbij worden vastgezet met
een koppel van 450 Nm.
- 9 -
NL
1
126-12-35