BLUETOOTH-INSTELLINGEN
De hiernavolgende stappen 1 tot 5 komen veel voor bij de diverse
BLUETOOTH-functies. Raadpleeg elke individuele functie voor meer
informatie.
Opmerking
• Stel BT IN in op ON en voer de BLUETOOTH SETUP uit. Zie "De
BLUETOOTH-verbinding instellen (BT IN)" op pagina 29.
1
Houd AUDIOSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om "BLUETOOTH" te selecteren en
druk vervolgens op ENTER.
De BLUETOOTH-instelmodus is geactiveerd.
3
Draai aan de draaiknop om de gewenste items te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
BLUETOOTH:
*
USB PAIR PAIRED DEV VISIBLE M
BT IN
CALL SOUND CALLER ID PB UPDATE
AUTO ANS SPEAKER SL FW VERSION
*
BT IN
FW UPDATE
* De items worden niet weergegeven tijdens een telefoongesprek.
4
Draai aan de draaiknop om de instellingen te wijzigen.
5
Houd AUDIOSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt.
De SETUP-modus is geannuleerd.
Opmerkingen
• Druk op t om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
De BLUETOOTH-verbinding instellen
(BT IN)
Dankzij de BLUETOOTH-technologie kunt u handsfree bellen met een
smartphone die is uitgerust met BLUETOOTH.
Via dit toestel kunt u de audio-informatie van een
BLUETOOTH-compatibele smartphone, een draagbare audiospeler,
enzovoort draadloos bedienen/afspelen.
Instelitem: BT IN
Instelmogelijkheden:
OFF / ON (standaardinstelling)
OFF:
De functie voor handenvrij bellen en de BLUETOOTH
Audio-functie worden niet gebruikt.
ON:
Selecteer dit als u een telefoon die BLUETOOTH ondersteunt, wilt
koppelen met dit toestel of de BLUETOOTH Audio-functie wilt
gebruiken.
Opmerking
• Wanneer BT IN ingesteld is op OFF, worden de indicatoren betreffende
handenvrij bellen (C (batterijcapaciteit) en i (signaalsterkte)) niet
weergegeven.
Automatisch koppelen met een iPod/
iPhone instellen
Door dit item in te stellen op ON, zal het toestel automatisch een
koppeling doorvoeren wanneer er een iPod/iPhone aangesloten wordt
op dit toestel via de USB-poort.
Instelitem: USB PAIR
Instelmogelijkheden:
Het BLUETOOTH-toestel instellen
*
PB ORDER
Selecteer een van de 5 aangesloten apparaten die BLUETOOTH
ondersteunen die u eerder al hebt geregistreerd.
Instelitem: PAIRED DEV
1
2
Opmerkingen
• Als de verbinding met succes gewijzigd is, wordt "CONNECTED"
gedurende 2 seconden weergegeven en licht de -indicator op, waarna
het scherm terugkeert naar het SETUP-scherm.
• Als er een smartphone met succes verbonden wordt met dit toestel, licht
de C-indicator op om de batterijcapaciteit van de aangesloten
smartphone weer te geven. De X-indicator licht op wanneer de
batterijcapaciteit ongeveer 50% bedraagt. De Z-indicator licht op
wanneer de batterijcapaciteit onvoldoende is, en knippert om een lage
batterijcapaciteit aan te duiden. De Z-indicator dooft wanneer de
batterij leeg is. De BLUETOOTH-functie is in dat geval niet
beschikbaar omdat de smartphone niet ingeschakeld is.
• Aanduiding i (signaalsterkte):
De indicator geeft de huidige signaalsterkte van uw serviceprovider
weer. De I-indicator knippert wanneer het signaal van de aangesloten
smartphone erg zwak is. De I-indicator dooft wanneer de smartphone
zich buiten de serviceregio bevindt of geen signaal ontvangt.
• Afhankelijk van de verbonden smartphone worden de indicatoren
C (batterijcapaciteit) en i (signaalsterkte) mogelijk niet
weergegeven.
• U kunt in totaal 5 apparaten registreren. Als u een zesde apparaat
registreert, wordt het eerst geregistreerde apparaat automatisch
verwijderd.
OFF / ON (standaardinstelling)
OFF:
De functie voor automatisch koppelen uitschakelen.
ON:
Koppel automatisch wanneer er een iPod/iPhone via de
USB-poort aangesloten wordt op dit toestel.
Opmerking
• Automatische USB-koppeling kan niet uitgevoerd worden als een
van de apparaten eerder al werd gekoppeld. Zorg ervoor dat de
naam van beide apparaten gewist is van elk apparaat.
Draai aan de draaiknop om het BLUETOOTH-apparaat te
selecteren dat u wilt gebruiken (u wilt de verbinding
veranderen) en druk vervolgens op ENTER.
Draai aan de draaiknop om "CONNECT" te selecteren om
het geselecteerde toestel aan te sluiten.
Het aangesloten toestel wordt gemarkeerd met "l". Selecteer
"DISCONNECT" om dit toestel los te koppelen. Selecteer "CLEAR"
als u het toestel uit de lijst met toestellen wilt wissen.
29
-NL