NL
14.2
Manchetten en slangen schoonmaken en desinfecteren
Alvorens de manchetten op de patiënt aan te brengen, dient u rekening te houden met
het besmettingsrisico, volgens de definities in de onderstaande tabellen:
1.
Laag risico
Voor situaties met laag risico, waarbij geen infectiebarrièremouwen worden gebruikt,
dient u de manchetten en slangen te reinigen en desinfecteren na gebruik, volgens de
onderstaande instructies:
Definitie
Normaal gebruik of
situaties met laag
risico, inclusief
patiënten met gave
huid en geen bekende
infectie.
2.
Matig/hoog risico
Definitie
De patiënt heeft een
bekende infectie of
huid is niet intact.
Niet strijken
Niet in de droogkuis doen
Niet in de machine wassen. De slangenset niet onderdompelen in water.
LET OP
Laat geen vloeistof in de manchetslangen druppelen.
LET OP
Gebruik geen alternatieve reinigingsmiddelen of methoden, omdat die
permanente schade kan veroorzaken.
40
Procedure
1. Maak schoon met een schone doek en een mild,
netraal detergent @ 40°C
2. Disinfecteer met een 70% isopropylalcoholdoekje of
middel dat chlorine vrijgeeft @ 1000ppm
beschikbare chlorine
3. Schoonvegen met een doek bevochtigd in schoon water.
4. Volledig droogvegen met een schone en pluisvrije doek.
Procedure
Omwille van de aard van de manchetmaterialen, is het niet
praktisch om effectief te reinigen en desinfecteren in situaties
met hoog risico. In dat geval worden infectiebarrièremouwen
aanbevolen als een alternatief, om besmetting via het
manchet te voorkomen.
Gebruik geen
desinfectiemiddel dat fenol of
een fenolderivaat bevat.
Niet in de droogtrommel
drogen
Gebruiksaanwijzing