nl
Veiligheidssystemen
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop
van uw nieuwe Bosch-apparaat.
Meer informatie over onze producten
vindt u op onze internetsite.
Inhoud
Bestemming van het apparaat . .................. 59
Bedienen .................................................... 64
Opbergen ................................................... 68
Afval ........................................................... 70
Garantie...................................................... 70
Veiligheidssystemen
Inschakelbeveiliging
Zie tabel "Bedrijfsposities"
Het apparaat kan in pos. 1 en 3 alleen
worden ingeschakeld:
■ wanneer de kom (11) is aangebracht en
door hem te draaien is vastgeklikt.
Beveiliging tegen opnieuw
inschakelen
Bij een stroomstoring blijft het apparaat inge
schakeld, maar na de stroomstoring gaat de
motor niet opnieuw lopen. Opnieuw inscha
kelen: draaischakelaar op P draaien, dan
inschakelen.
Overbelastingsbeveiliging
Als de motor zichzelf tijdens het gebruik
uitschakelt, is de overbelastingsbeveiliging
geactiveerd. Een mogelijke oorzaak is het
verwerken van een te grote hoeveelheid
levensmiddelen tegelijk.
Wat u moet doen indien een veiligheids-
systeem wordt geactiveerd, zie "Hulp bij
storingen".
Het apparaat behoeft geen verzorging.
62
In één oogopslag
De pagina's met afbeeldingen
uitklappen a.u.b.
Afb. A:
Basisapparaat
1 Ontgrendelknop
2 Draaiarm
"Easy armlift"functie ter ondersteuning
van de omhoogbeweging van de arm
(zie "Werkstanden").
3 Draaischakelaar
Na uitschakeling (stand P) wordt het
apparaat automatisch op de optimale
stand voor het verwisselen van de hulp
stukken gezet.
MUM52..:
P = stop
M = Momentschakeling met hoogste
toerental, schakelaar gedurende de
gewenste mixduur vasthouden.
Stand 1-4, draaisnelheid:
1 = laag toerental - langzaam,
4 = hoog toerental - snel.
MUM54../MUM55../MUM56..:
P = stop
M = Momentschakeling met hoogste
toerental, schakelaar gedurende de
gewenste mixduur vasthouden.
Stand 1-7, draaisnelheid:
1 = laag toerental - langzaam,
7 = hoog toerental - snel.
4 Functie-indicatie
(MUM54../55../56..)
Brandt tijdens het gebruik (draaischake
laar op M of 1-7). Knippert bij een bedie
ningsfout van het apparaat, bij activering
van de elektronische zekering en bij een
apparaatdefect, zie het hoofdstuk "Hulp
bij storingen".
5 Aandrijvingsbeschermdeksel
Om het aandrijvingsbeschermdeksel te
verwijderen op het achterste gedeelte
drukken en het deksel verwijderen.
6 Aandrijving voor
- doorloopsnijder en
- citruspers (extra toebehoren*).
Het aandrijvingsbeschermingsdeksel
aanbrengen als de aandrijving niet wordt
gebruikt.