Symbool
Verwarmingsme-
thode of functie
Circulatielucht
Pizzastand
Ontdooistand
Onderwarmte
Grill, klein
Grill, groot
Circulatieluchtgrill
Boven/ onder-
warmte Eco
Boven- en onder-
warmte
Reiniging
4.3 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Inschuifhoogtes
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes.
Schuif de accessoire altijd tot aan de aanslag er in, zo-
dat het accessoire de deurruit niet raakt. Het accessoi-
re op de juiste manier in de binnenruimte schuiven.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, gaat de verlichting
van de binnenruimte aan. Wanneer de apparaatdeur
geopend blijft, dan schakelt de verlichting na een korte
tijd weer uit.
Temperatuur of stand
50-280°C
50-280°C
30-60°C
50-280°C
50°C - Int
50°C - Int
50-280°C
50-280°C
50-280°C
Gebruik
Taart en gebak op één niveau bakken. De ventilatoren
verdelen de warmte van de verwarmingselementen ge-
lijkmatig in de binnenruimte.
Verse pizza of diepvriesproducten bereiden, bijv. patat of
strudel. De verwarmingselementen en ventilatoren verde-
len de hitte gelijkmatig in de binnenruimte.
Ontdooien van levensmiddelen, bijv. vlees, gevogelte,
brood en gebak. De ventilator wervelt de warme lucht
rond het gerecht.
Gerechten nagaren. De warmte komt van onderen.
Kleine hoeveelheden grillen, bijv. steaks, worstjes, toast
en stukken vis. Het middelste deel van het grillelement
wordt heet.
Platte grillstukken, bijv. steaks, worstjes of toast grillen,
of om te gratineren. Het hele oppervlak onder de grill
wordt heet.
Vlees, gevogelte en hele vis braden. De ventilator wervelt
de hete lucht rond het gerecht.
Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten
(bijv. vlees, groente) op één niveau, zonder voorverwar-
men. De verwarmingsmethode is niet geschikt voor ge-
rechten die bij het bakken moeten rijzen (bijv. brood).
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus en de
energie-efficiëntieklasse gebruikt.
Gebak, ovenschotels en magere braadstukken bereiden.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
→ "Reinigingsfunctie", Pagina 44
Bij de meeste functies schakelt de verlichting van de
binnenruimte in zodra het gebruik wordt gestart. Wan-
neer de werking beëindigd is, gaat de verlichting uit.
Opmerking: Bij de functie Eco Boven/ onderwarmte
wordt de verlichting van de binnenruimte na ca. 1 mi-
nuut automatisch uitgeschakeld. Open de ovendeur zo
kort mogelijk wanneer u naar binnen kijkt.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur van het apparaat.
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
▶
Dek de ventilatiesleuven niet af.
Om ervoor te zorgen dat na gebruik de binnenruimte
sneller afkoelt, loopt de koelventilator een bepaalde tijd
na.
Apparaatdeur
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Zodra u de deur sluit,
wordt de werking hervat.
Om ervoor te zorgen dat de apparaatdeur niet het in-
bouwmeubel raakt, opent de apparaatdeur iets minder
dan 90°.
Condensvorming
Hier leest u hoe condens ontstaat, hoe u schade kunt
voorkomen en hoe u condensvorming kunt reduceren.
Uw apparaat leren kennen nl
35