al gekoppeld. Raadpleeg de instructies voor uw HRM-Pro
accessoire voor meer informatie (garmin.com/manuals/hrm-pro).
Modus Extra scherm
U kunt de modus Extra scherm gebruiken om
gegevensschermen van uw MARQ toestel op een compatibel
Edge toestel weer te geven tijdens een rit of triatlon. Raadpleeg
uw Edge gebruikershandleiding voor meer informatie.
Een optionele fietssnelheids- of fietscadans-
sensor gebruiken
Met een compatibele fietssnelheids- of fietscadanssensor kunt u
gegevens verzenden naar uw toestel.
• Koppel de sensor met uw toestel
koppelen, pagina
44).
• Stel de wielmaat in
(Wielmaat en omvang, pagina
• Maak een rit
(Een activiteit starten, pagina
Trainen met vermogensmeters
• Ga naar
www.garmin.com/intosports
sensors die compatibel zijn met uw toestel (zoals Vector
• Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van uw
vermogensmeter.
• Pas uw vermogenszones aan uw doelen en mogelijkheden
aan
(Uw vermogenszones instellen, pagina
• Gebruik bereikwaarschuwingen om te worden gewaarschuwd
wanneer u een bepaalde vermogenszone bereikt
waarschuwing instellen, pagina
• Pas de vermogensgegevensvelden aan
aanpassen, pagina
35).
Elektronische schakelsystemen gebruiken
Voordat u gebruik kunt maken van compatibele elektronische
schakelsystemen, zoals Shimano
u deze koppelen met uw toestel
koppelen, pagina
44). U kunt de optionele gegevensvelden
aanpassen
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
MARQ toestel geeft de huidige afstellingswaarde weer als de
sensor in de afstellingsmodus is.
Omgevingsbewustzijn
Uw MARQ toestel kan worden gebruikt met de Varia
fietsverlichting en achteruitkijkradar voor een verbeterd
omgevingsbewustzijn. Raadpleeg de handleiding van het Varia
toestel voor meer informatie.
OPMERKING: U moet mogelijk de MARQ software bijwerken
voordat u Varia toestellen kunt koppelen
met de Garmin Connect app, pagina
Voetsensor
Het toestel is compatibel met de voetsensor. Bij indoortrainingen
of als het GPS-signaal zwak is, kunt u in plaats van GPS de
voetsensor gebruiken om het tempo en de afstand vast te
leggen. De voetsensor is stand-by en klaar om gegevens te
verzenden (net als de hartslagmeter).
Na 30 minuten zonder activiteit schakelt de trainingsassistent
zichzelf uit om de batterij te sparen. Als de batterij bijna leeg is,
verschijnt een bericht op uw toestel. Na ongeveer vijf uur is de
batterij leeg.
Kalibratie van de voetsensor verbeteren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, hebt u GPS-signalen nodig
en moet u het toestel koppelen met de voetsensor
draadloze sensoren koppelen, pagina
De voetsensor beschikt over automatische kalibratie, maar u
kunt de nauwkeurigheid van de snelheids- en afstandsgegevens
Draadloze sensoren
(De draadloze sensoren
54).
2).
voor een lijst met ANT+
24).
(Een
36).
(Gegevensschermen
Di2
schakelsystemen, moet
®
™
(De draadloze sensoren
35). Het
slimme
™
(De software bijwerken
11).
(De
44).
verbeteren met een paar hardloopsessies met ingeschakelde
GPS.
1
Sta buiten 5 minuten stil met goed uitzicht op de lucht.
2
Start een hardloopactiviteit.
3
Loop 10 minuten hard zonder te stoppen.
4
Stop uw activiteit en sla deze op.
De kalibratiewaarde van de voetsensor verandert mogelijk op
basis van de vastgelegde gegevens. U hoeft uw voetsensor
niet opnieuw te kalibreren tenzij uw hardloopstijl verandert.
Uw voetsensor handmatig kalibreren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, moet u het koppelen met
de voetsensor
(De draadloze sensoren koppelen, pagina
Handmatige kalibratie wordt aanbevolen als u uw kalibratiefactor
weet. Als u een voetsensor hebt gekalibreerd met een ander
Garmin product, weet u mogelijk uw kalibratiefactor.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Sensoren en accessoires.
3
Selecteer uw voetsensor.
4
Selecteer Cal. Factor > Stel waarde in.
).
™
5
Pas de kalibratiefactor aan:
• Verhoog de kalibratiefactor als de afstand te kort is.
• Verlaag de kalibratiefactor als de afstand te lang is.
Snelheid en afstand van voetsensor instellen
Voordat u de snelheid en afstand van de voetsensor kunt
kalibreren, moet u het toestel koppelen met de voetsensor
draadloze sensoren koppelen, pagina
U kunt uw toestel instellen om snelheid en afstand te berekenen
met de voetsensorgegevens in plaats van GPS-gegevens.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Sensoren en accessoires.
3
Selecteer uw voetsensor.
4
Selecteer SNELHEID of Afstand.
5
Selecteer een optie:
• Selecteer Binnen als u met uitgeschakelde GPS traint,
meestal binnen.
• Selecteer Altijd als u uw voetsensorgegevens wilt
gebruiken ongeacht de GPS-instelling.
tempe
™
Het toestel is compatibel met de tempe temperatuursensor. U
kunt de sensor aan een stevige band of lus bevestigen op een
plek waar deze is blootgesteld aan omgevingslucht, zodat de
sensor een consistente bron van nauwkeurige
temperatuurgegevens biedt. U moet de tempe sensor met uw
toestel koppelen om temperatuurgegevens te kunnen
weergeven. Zie de instructies bij uw tempe sensor voor meer
informatie (garmin.com/manuals/tempe).
Clubsensoren
Uw toestel is compatibel met Approach CT10 golfclubsensoren.
U kunt gekoppelde clubsensoren gebruiken om uw
golfopnamen, inclusief locatie, afstand en clubtype, automatisch
te volgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw
clubsensoren voor meer informatie
/ApproachCT10).
44).
(De
44).
(garmin.com/manuals
45