3.
Verwijder de Teflon-tape (1) die de sealdraad beschermt.
4.
Verwijder de schroeven (2) aan de onderzijde van de sealbalk en verwijder de sealdraden (3).
5.
Vervang de Teflon-tape op de sealbalk.
a.
Trek de Teflon-tape van de bovenkant van de sealbalk (4).
b.
Reinig de sealbalk met een stofvrije doek.
c.
Zet een nieuw stuk Teflon-tape met dezelfde lengte op de sealbalk.
6.
Vervang de sealdraden.
a.
Snijd een nieuw stuk sealdraad of snijdraad van dezelfde lengte als van de sealbalk plus
circa 15 cm.
b.
Plaats eerst de draad op één zijde van de sealbalk door de schroeven (2) vast te draaien.
c.
Breng de andere zijde van de draad op zijn plek en recht en span deze met een tang. Zet
hem hierna vast door de schroeven aan te draaien.
d.
Snijd de uiteinden van de draad aan beide zijden af.
7.
Vervang de Teflon-tape op de sealdraad.
a.
Snijd een nieuw stuk Teflon-tape van dezelfde lengte als van de sealbalk plus circa 5 cm.
b.
Plak de tape glad en zonder vouwen over de sealdraden op de sealbalk.
c.
Snijd de tape af.
8.
Plaats de sealbalk terug op zijn plek.
7.4
Het siliconenrubber van de siliconenhouders vervangen
Om een afdichting van goede kwaliteit te verkrijgen moet het siliconenrubber niet beschadigd
zijn en moet het oppervlak vlak zijn. Het rubber kan beschadigd raken door verbranding met de
sealdraad of door mechanisch contact.
Vervang het siliconenrubber indien het beschadigd is, of zoals gespecificeerd in
Onderhoudsschema op pagina 83.
Figuur 25: De sealdraad vervangen
Onderhoud
86