1.6
Hydraulische veiligheid
1.7
Aanbevelingen voor de installatie
1.8
Specifieke instructies voor service, onderhoud en storingen
7748697 - v04 - 30062021
Wees voorzichtig met het sanitair warm water. Afhankelijk van de
warmtepompinstellingen kan de temperatuur van sanitair warm water
boven de 65 °C uitkomen.
Om het gevaar voor brandwonden door heet water te beperken moet er
een thermostatische mengkraan in de vertrekleiding van het sanitair
warmwater worden opgenomen.
Voor de hydraulische aansluiting is het absoluut noodzakelijk de normen
en de lokale voorschriften in acht te nemen.
Als er radiatoren rechtstreeks zijn aangesloten op het verwarmingscircuit:
installeer een differentieelklep tussen de binnenunit en het
verwarmingscircuit.
Installeer wateraftapkranen tussen de binnenunit en het
verwarmingscircuit.
Voeg geen chemische middelen toe aan het verwarmingswater zonder
een vakman op het gebied van waterbehandeling te hebben
geraadpleegd. Bij voorbeeld: antivries, waterontharders, pH-verhogende
of verlagende middelen, chemische toevoegmiddelen en/of inhibitoren.
Deze kunnen leiden tot storingen in de warmtepomp en beschadiging van
de warmtewisselaar.
Bewaar dit document dicht bij de plaats waar het apparaat is geïnstalleerd.
Installeer de binnenunit van de warmtepomp in een vorstvrije ruimte.
Installeer de warmtepomp niet in een ruimte waarin een hoog zoutgehalte
heerst.
Installeer de warmtepomp niet in een ruimte die blootgesteld is aan
stoomdamp en verbrandingsgassen.
Installeer de warmtepomp niet op een plaats die met sneeuw bedekt kan
worden.
Installeer de binnen- en buitenunits van de warmtepomp op een stevige,
stabiele structuur die het gewicht ervan kan dragen.
Breng isolatie om de leidingen aan om warmteverlies tot een minimum te
beperken.
Breng koelolie aan op de gerilde delen om het vastdraaien te
vergemakkelijken en de afdichting te verbeteren.
Breng geen wijzigingen aan de warmtepomp zonder schriftelijke
toestemming van de fabrikant.
Om te profiteren van de garantiedekking mogen er geen wijzigingen aan
het apparaat worden aangebracht.
Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitgevoerd.
Alleen een erkende professional mag de beveiligingsapparaten instellen,
corrigeren of vervangen.
Voor alle werkzaamheden eerst de stroom uitschakelen van de
warmtepomp, de binnenunit en de hydraulische/elektrische bijverwarming.
Wacht ongeveer 20 tot 30 seconden tot de condensatoren van de
buitenunit zijn ontladen, en controleer of de lampjes op de besturingsprint
van de buitenunit zijn uitgegaan.
Schakel voor alle werkzaamheden aan het koelsysteem het apparaat uit
en wacht enkele minuten. Sommige componenten zoals de compressor
en de buizen kunnen warmer dan 100°C worden en een hoge druk
opbouwen, wat tot ernstige letsel kan leiden.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
AWHP MIV-S
7