Hoofdstuk 5 Bediening
5.1 Configuratie
Raadpleeg de gebruikershandleidingen van de troebelheidsmeter en/of sensor(s) voor het wijzigen
van de meeteenheden, het meetinterval, het kalibratie-interval of andere instellingen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de SC1000-controller voor informatie over het wijzigen van
de metingen die worden weergegeven op het beginscherm of de analoge uitgangsinstellingen.
5.2 Kalibratie
Voer indien nodig kalibratiecontroles uit met standaardoplossingen om te bepalen of een
troebelheidsmeter en/of sensor(s) moeten worden gekalibreerd. Raadpleeg de
gebruikershandleidingen van de troebelheidsmeter en/of sensor voor instructies.
U kunt ook een ander instrument gebruiken om een steekmonster van het instrument te meten om te
bepalen of een troebelheidsmeter- en/of sensorkalibratie nodig is. Zie
Een steekmonster nemen
op pagina 189.
Raadpleeg de gebruikershandleidingen van de troebelheidsmeter en/of sensor voor kalibratie-
instructies en -schema's.
5.3 Een steekmonster nemen
Neem indien nodig een steekmonster uit het instrument.
1. Draai de handbediende monsterklep (Q7-V1) langzaam open. Zie
Afbeelding 8
op pagina 185.
2. Spoel de steekmonsteruitlaat ten minste 5 seconden.
3. Neem een steekmonster in een schone container.
4. Draai de handbediende monsterklep (Q7-V1) dicht.
5.4 Gegevens- en gebeurtenislogboeken
De controller biedt toegang tot een gegevenslogboek en gebeurtenislogboek voor elk instrument dat
op de controller is aangesloten. De controller slaat automatisch met de geselecteerde intervallen
metingen van troebelheidsmeters en sensors op in het gegevenslogboek. Het gebeurtenislogboek
toont de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de controller om het gegevenslogboek en/of
gebeurtenissenlogboek te downloaden. Het gegevenslogboek is een XML-bestand dat kan worden
opgeslagen in CSV- of Excel-indeling. Het gebeurtenislogboek en het servicelogboek zijn bestanden
in CSV-indeling.
Hoofdstuk 6 Onderhoud
6.1 Onderhoudsschema
Tabel 5
toont het aanbevolen schema voor onderhoudstaken. Voorschriften van de installatie en
bedrijfscondities kunnen de frequentie van sommige taken verhogen.
Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleidingen van de troebelheidsmeter en sensor voor
aanvullende onderhoudsschema's en onderhoudsinstructies.
Opmerking: De volgende onderhoudsaanbevelingen zijn van toepassing op applicaties voor het scrubben van
uitlaatgassen in maritieme omgevingen. Verschillende onderhoudsintervallen kunnen nodig zijn voor verschillende
scrubbertypen, brandstoftypen, enz.
Nederlands 189