dat de spiraalkabel geen slijtage of schade vertoont.
Ga na of de veilige werkpositie en het lastzwaartepunt duidelijk aangegeven zijn op het platform.
Controleer of het platformoppervlak schoon is en of het veilig bereikt kan worden. Verwijder alle sneeuw, modder, vuil, puin of
gladde vloeistoffen. Zorg ervoor dat u veiligheidsschoenen draagt met een versterkte neus en een goede anti-slip zool.
Controleer de hef- en schuinstelcilinders en het aandrijfsysteem voor in- en uitschuiven (gewoonlijk hydromotor), hun
slangbreukventielen en fittings op zichtbare olielekken. Volg de hydraulische leidingen en fittings tot aan de hydraulische groep.
Controleer bij alle kabels en hydraulische leidingen dat ze nergens beschadigd, gekneld of afgeschuurd zijn en dat ze stevig
vastgemaakt zijn met kabelbinders. Controleer of er geen zichtbare olielekken zijn.
Voer alle bewegingen verschillende keren uit met een onbeladen platform met alle beschikbare bedieningskasten. Gebruik
de gebruikshandleiding om u hierbij te helpen.
Let erop dat alle bewegingen vloeiend en stil verlopen, zonder bruuske bewegingen of abnormale geluiden. Tijdens de functies
STIJGEN en KANTEL OMHOOG mag enkel het geluid van de elektromotor in de hydraulische groep hoorbaar zijn. Tijdens het
UITSCHUIVEN of INSCHUIVEN mag enkel het geluid van de elektromotor in de hydraulische groep en dat van het tandwiel- en
tandlatsysteem hoorbaar zijn.
Onthoud: indien de dagelijkse inspectie voor gebruik aantoont dat er nood is aan onderhoud of herstelling
Gebruik de laadklep dan NIET tot het onderhoud of de herstelling is uitgevoerd door een gekwalificeerd
onderhoudstechnicus.
Schakel de stroom UIT met de hoofdstroomschakelaar of de cabineschakelaar
DHOLLANDIA
29