In/uit-schakelaar laadklep [min. 1 verplicht]. Afhankelijk van de
configuratie wordt de stroom naar de laadklep in-/uitgeschakeld door
middel van:
1. Een cabineschakelaar (voorzien door de vrachtwagenfabrikant of
DHOLLANDIA [optie OAE503.2]). Deze schakelaar laat de bediener
toe de stuurstroom naar de buitenbedieningskast in/uit te schakelen.
Indien uitgerust met een positiesensor [optie OAE202] wordt er ook
een signaal gegeven wanneer het platform in de rijpositie opgeborgen
wordt of open blijft staan.
2. Een
hoofdstroomschakelaar
buitenbedieningskast [optioneel]. Deze schakelaar laat de bediener
toe de hoofdstroom naar de laadklep in/uit te schakelen. Indien
aanwezig MOET de bediener de hoofdstroomschakelaar uitschakelen
na elk gebruik van de laadklep.
3. Een combinatie van beide.
Zekeringen [standaard]. Een zekering van 15A voor het elektrische bedieningscircuit is reeds gemonteerd in de hydraulische
groep en in de buitenbedieningskast (bij de meeste types). Een zekering van 150-250A voor het hoofdstroomcircuit wordt geleverd
door de vrachtwagenfabrikant of door DHOLLANDIA. Beide zekeringen beschermen het elektrische circuit tegen kortsluitingen en
stroompieken.
Bescherming van tenen en voeten tegen verplettering en afsnijden
[min. 1 verplicht]. De norm EN1756-1 voor laadkleppen en de
montagehandleidingen van DHOLLANDIA bieden een aantal oplossingen
om te voorkomen dat de tenen of voeten van de bediener gekneld raken
tussen de voorste rand van het stijgende platform en de dwarsbalk aan de
achterkant van de laadvloer. Er dient minstens 1 oplossing, besteld bij
DHOLLANDIA of geïntegreerd tijdens de montage, voorzien te worden.
Consulteer de laatste versie van de montagehandleiding FIT-ELEC-
OPTION. Contacteer DHOLLANDIA in geval van twijfel. Zie
contactinformatie op pagina 3.
Voetbediening [optioneel]. Zie ook vorig punt. Op het platform
gemonteerde voetbedieningen (met 2 of 4 knoppen) immobiliseren de
voeten van de bediener in een veilige positie op het platform en
beschermen hem/haar tegen het gekneld raken van zijn/haar tenen of
voeten tussen de voorste rand van het stijgende platform en de dwarsbalk
aan de achterkant van de laadvloer.
Rolstops [optioneel]. Indien een platform bedoeld is voor het doen
STIJGEN en DALEN van ladingen waarvoor geen rem geactiveerd kan
worden of die door hun ontwerp of transportmethode niet vastgemaakt
kunnen worden, MOET het platform uitgerust zijn met rolstops die
voorkomen dat de lading per ongeluk van het platform rolt en de bediener
of eventuele omstanders raakt. DHOLLANDIA biedt een brede waaier van
rolstops die in de buurt van de achterste rand van het platform of op
tussenafstanden gemonteerd kunnen worden.
DHOLLANDIA
geïntegreerd
in
de
15