7. Controleer de instellingen van de printerdriver volgens de
instructies in hoofdstuk 4 en pas deze, zo nodig, aan. Stuur
een afdruktaak naar de printer.
Wanneer de printer gegevens ontvangt, drukt deze de pagina af.
De pagina wordt vervolgens uitgevoerd naar de papiergeleider.
Verwijder de afgedrukte pagina en breng een nieuw vel papier
aan om door te gaan met het afdrukken van het document. Om
een vel uit te voeren, drukt u op de Load/Eject-knop.
Als de eerste regel op de pagina te hoog of te laag is afgedrukt,
kunt u dit verhelpen met de functie voor precisieverplaatsing.
Zie "De Top-of-form positie (bovenzijde formulier) instellen" op
pagina 2-38.
Let op:
c
Draai nooit aan de knop om de top-of-form positie (bovenzijde
formulier) in te stellen of een vel papier uit te voeren terwijl de
printer aan staat. De printer kan hierdoor beschadigd raken of de
top-of-form positie (bovenzijde formulier) kwijtraken.
Losse vellen in de voorinvoer laden
U laadt papier als volgt in de voorinvoer:
1. Controleer of de papiergeleider juist geïnstalleerd is. Is dat
niet het geval, bevestig deze dan volgens de instructies op
pagina 1-11.
2. Controleer of de papiergeleider gesloten is.
Afdrukken op losse vellen
3
3-11