Graphic
Document
Options
Nadat u de printerdriverinstellingen hebt gecontroleerd en even-
tueel aangepast, kunt u beginnen met afdrukken op kettingpapier
(zie hoofdstuk 2) of op losse vellen (zie hoofdstuk 3).
De printerdriver onder Windows NT 3.5x gebruiken
De printer kan op twee manieren worden geopend: vanuit een
Windows-toepassing of vanuit het Control Panel (Configuratie-
scherm). Als u de printerdriver vanuit een Windows-toepassing
opent, gelden alle door u opgegeven instellingen uitsluitend voor
de gebruikte toepassing. Zie "De printerdriver vanuit Windows-
toepassingen openen" hieronder. Als u de printerdriver vanuit
het Control Panel (Configuratiescherm) opent, gelden door u
opgegeven instellingen voor alle Windows-toepassingen. Zie "De
printerdriver vanuit het Control Panel (Configuratiescherm) ope-
nen" op pagina 4-20. Als u de printerdriverinstellingen wilt con-
troleren en veranderen, raadpleegt u het gedeelte "Overzicht van
de printerdriverinstellingen" op pagina 4-20.
Opmerking:
Hoewel veel Windows-toepassingen de instellingen die u vastlegt in de
printerdriver tenietdoen, is dat niet altijd het geval. Het is daarom raadzaam
te controleren of de printerdriverinstellingen naar wens ingesteld zijn.
Selecteer Resolution en kies vervolgens
een afdrukresolutie in de keuzelijst
Change Setting. Als u een hogere resolu-
tie selecteert, zijn afdrukken gedetailleer-
der. De afdruksnelheid is echter lager.
Dubbelklik op Halftone Color Adjust-
ment om het dialoogvenster Halftone
Color Adjustment te openen. Klik op
Print Text as Graphics of Metafile
Spooling en selecteer On of Off in de
keuzelijst Change Setting.
De printersoftware gebruiken
4
4-17