Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

®
Gebruikershandleiding
NPDxxxx-00

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson LX-300+II

  • Pagina 1 ® Gebruikershandleiding NPDxxxx-00...
  • Pagina 2: Copyright En Handelsmerken

    Seiko Epson Corporation. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld voor gebruik met deze Epson-printer. Epson is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze informatie voor andere printers. Seiko Epson Corporation noch diens dochterondernemingen...
  • Pagina 3 Algemene opmerking: Andere productnamen die in deze documentatie worden gebruikt, worden uitsluitend ter identificatie gebruikt en zijn mogelijk handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op deze merken. Copyright © 2006 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
  • Pagina 4: Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies. Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen Waarschuwingen moeten zorgvuldig worden opgevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen: moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur te voorkomen. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie en nuttige tips over het gebruik van uw printer. Waarschuwingssymbool voor hete onderdelen Dit symbool staat op de printerkop en op andere onderdelen om aan te geven dat deze heet kunnen worden.
  • Pagina 5 Plaats de printer op een vlak, stabiel oppervlak. De printer werkt niet goed als deze schuin of in een hoek is geplaatst. Plaats dit product niet op een zacht, onstabiel oppervlak, zoals een bed of bank of in een kleine, afgesloten ruimte, aangezien de ventilatie hierdoor wordt belemmerd.
  • Pagina 6: Tijdens Het Onderhoud Van De Printer

    Tijdens het onderhoud van de printer Verwijder de printerkabel uit het stopcontact voordat u de printer reinigt en reinig de printer uitsluitend met een vochtige doek. Mors geen vloeistoffen op de printer. Behalve zoals specifiek in deze handleiding wordt beschreven mag u zelf geen onderhoud aan de printer plegen. Verwijder de printerkabel uit het stopcontact en neem voor onderhoud contact op met bevoegd onderhoudspersoneel in de volgende gevallen:...
  • Pagina 7 Met betrekking tot papiergebruik De afdrukkwaliteit van etiketten hangt af van de temperatuur en de luchtvochtigheid. Gebruik etiketten daarom alleen onder de normale gebruiksomstandigheden die hierna worden beschreven: Temperatuur: 15 tot 25 °C Luchtvochtigheid: 30 - 60% RH Laat geen etiketten in de printer achter tussen afdruktaken; ze kunnen om de plaat krullen en vastlopen wanneer het afdrukken wordt hervat.
  • Pagina 8: Voor Gebruikers In Het Verenigd Koninkrijk

    Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk Gebruik van opties Epson (UK) Limited is niet aansprakelijk voor schade of problemen die het gevolg zijn van het gebruik van opties of verbruiksartikelen anders dan die door Epson (UK) Limited worden aangeduid als originele Epson-producten of door Epson goedgekeurde producten.
  • Pagina 9: Voor Gebruikers In Het Verenigd Koninkrijk, Singapore En Hongkong

    IEC- of BS-normen. * Gecertificeerd door een lid van het IECEE CB Scheme. ® Conformiteit met ENERGY STAR ® Epson, partner van ENERGY STAR , heeft bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ® ENERGY STAR betreffende efficiënt...
  • Pagina 10 ® Het internationale ENERGY STAR Office Equipment-programma is een vrijwillige samenwerking tussen fabrikanten van computer- en kantoorapparatuur ter bevordering van de ontwikkeling van energiebesparende computers, beeldschermen, printers, faxapparaten, kopieerapparaten, scanners en multifunctionele apparaten om zo de luchtvervuiling door stroomopwekking terug te dringen. De gebruikte normen en logo's zijn voor alle deelnemende landen gelijk.
  • Pagina 11: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Copyright en handelsmerken ....... . 2 Copyright ..........2 Handelsmerken .
  • Pagina 12 Overzicht instellingen de huidige printerdriver ....54 EPSON Status Monitor 3 gebruiken ......58 EPSON Status Monitor 3 instellen .
  • Pagina 13 De lintcassette vervangen........132 Originele EPSON-lintcassette ......132 De lintcassette vervangen .
  • Pagina 14 Opdrachtenlijsten ........153 EPSON ESC/P-besturingscodes ..... . . 153 IBM 2380 Plus (voor LX-300+II)/ IBM 2381 Plus (voor LX-1170II)-emulatiebesturingscodes .
  • Pagina 15: Leren Werken Met Uw Printer

    EPSON Status Monitor 3 kunt u de status van uw printer snel en gemakkelijk controleren. Opmerking: De afbeeldingen in deze handleiding zijn afkomstig van de LX-300+II. De LX-1170II is breder dan de LX-300+II. De uitleg is voor beide apparaten echter hetzelfde.
  • Pagina 16: Papierverwerking

    Default Setting (Standaardinstelling) in te schakelen. Zie “De standaardinstellingen van de printer”. Opmerking: De afbeeldingen in deze handleiding zijn afkomstig van de LX-300+II. De LX-1170II is breder dan de LX-300+II. De uitleg is voor beide apparaten echter hetzelfde.
  • Pagina 17 Volg de onderstaande stappen om kettingpapier te laden met gebruik van de push-tractor: 1. Zorg ervoor de printer uitstaat. Verwijder het printerdeksel en de papiergeleider en plaats de papierontgrendelingshendel in de positie voor kettingpapier. 2. Ontgrendel de geleide-eenheden door de vergrendeling hiervan naar voren te trekken.
  • Pagina 18 3. Verschuif de linkergeleide-eenheid en gebruik hierbij de schaal op de printer als richtlijn. De printer drukt rechts van de positie met de markering 0 af. Druk de vergrendelingshendel van de geleide-eenheid terug om de eenheid te vergrendelen. Verschuif vervolgens de rechtergeleide-eenheid om deze in te stellen op de breedte van het papier, maar vergrendel de eenheid niet.
  • Pagina 19 Let op: Gebruik de knop voor de papierinvoer aan de rechterkant van de printer alleen om vastgelopen papier te verwijderen en alleen als de printer is uitgezet. Op die manier voorkomt u dat de printer beschadigd raakt of de positie voor de bovenkant van het formulier wordt verwijderd.
  • Pagina 20: Een Afgedrukt Document Verwijderen Uit De Push-Tractor

    7. Zorg ervoor dat het printerdeksel gesloten is. Druk op de knop LF/FF om het papier in de invoerpositie te plaatsen. Het afdrukken wordt gestart zodra de printer gegevens heeft ontvangen. 8. Nadat het afdrukken is voltooid, voert u de stappen in het volgende gedeelte uit om het afgedrukte document af te scheuren.
  • Pagina 21 2. Open de afdekking van de papiergeleider en scheur het afgedrukte document af langs de daarvoor bestemde rand van de papierspanningseenheid. Opmerking: Als de perforatie van het papier niet goed is uitgelijnd met de afscheurrand, kunt u de afscheurpositie aanpassen met de functie Micro Adjust (Nauwkeurig aanpassen).
  • Pagina 22: Weer Overschakelen Op Losse Vellen

    Let op: Scheur het afgedrukte document altijd af voordat u op de knop Load/Eject (Laden/Uitwerpen) drukt. Als meerdere pagina's tegelijk in omgekeerde volgorde worden ingevoerd, kan het papier vastlopen. Weer overschakelen op losse vellen Als u wilt overschakelen op losse vellen, drukt u op de knop Load/Eject (Laden/Uitwerpen).
  • Pagina 23 Let op: Gebruik de knop voor de papierinvoer aan de rechterkant van de printer alleen om vastgelopen papier te verwijderen en alleen als de printer is uitgezet. Op die manier voorkomt u dat de printer beschadigd raakt of de positie voor de bovenkant van het formulier wordt verwijderd.
  • Pagina 24 2. Druk de vergrendelingsnokken van de tractor voorzichtig aan beide zijden samen en draai de tractor omhoog en uit de printer. 3. Verplaats de tractor naar voren naar de bevestigingssleuf bovenop de printer en kantel de tractor in de juiste positie (zie onderstaande afbeelding).
  • Pagina 25 4. Ontgrendel de geleide-eenheden door de vergrendeling hiervan naar voren te trekken. 5. Plaats het papier in de onderste papiersleuf of in de achterste papiersleuf (zie hieronder) en trek het omhoog. Positioneer het papier en gebruik hierbij de schaal op de printer als richtlijn.
  • Pagina 26 6. Verschuif de linkergeleide-eenheid zodat de geleiders ervan overeenkomen met de positie van de gaten in het papier en vergrendel de eenheid. Verschuif vervolgens de rechtergeleide-eenheid om deze in te stellen op de breedte van het papier, maar vergrendel de eenheid niet. Verplaats de papiersteun totdat deze zich halverwege de twee geleide-eenheden bevindt.
  • Pagina 27 Opmerking: Verwijder eventuele speling door voorzichtig vanaf de achter- of onderzijde aan het papier te trekken. 8. Als u het binnenkomende papier wilt scheiden van het afgedrukte papier, gebruikt u de papiergeleider. Houd de geleider horizontaal vast en plaats de inkepingen van de geleider over de bevestigingsnokjes van de printer.
  • Pagina 28: De "Bovenkant Van Formulier"-Positie Aanpassen

    De “bovenkant van formulier”-positie aanpassen De positie voor de bovenkant van het formulier is de positie op de pagina waarop het afdrukken wordt gestart. Als de afdruk te hoog of te laag op de pagina wordt weergegeven, kunt u de positie voor de bovenkant van het formulier wijzigen met de functie Micro Adjust (Nauwkeurig aanpassen).
  • Pagina 29 5. Druk op de knop LF/FF D als u de positie voor de bovenkant van het formulier hoger op de pagina wilt plaatsen, of druk op de knop Load/Eject U (Laden/Uitwerpen) als u de positie voor de bovenkant van het formulier lager op de pagina wilt plaatsen.
  • Pagina 30 Zie het onderstaande voorbeeld als u de positie voor de bovenkant van het formulier wilt wijzigen voor kettingpapier dat is geplaatst op de pull-tractor: Markeer eerst een punt 2,5 mm (0,1 inch) boven de perforatie van het papier en plaats vervolgens het papier zodanig dat de markering samenvalt met de bovenrand van de pastic lintafdekking.
  • Pagina 31: Het Papier Doorvoeren Naar De Afscheurrand

    Het papier doorvoeren naar de afscheurrand Als u de push-tractor gebruikt en u bent klaar met afdrukken, kunt u het kettingpapier met de afscheurfunctie doorvoeren naar de afscheurrand van de printer. U kunt het afgedrukte document dan gemakkelijk afscheuren. Wanneer u doorgaat met afdrukken, wordt het papier automatisch teruggevoerd naar de positie voor de bovenkant van het formulier, zodat het papier tussen documenten dat normaal gesproken verloren gaat, kan worden...
  • Pagina 32: Het Papier Automatisch Doorvoeren Naar De Afscheurpositie

    Het papier automatisch doorvoeren naar de afscheurpositie Als u uw afgedrukte documenten automatisch wilt doorvoeren naar de afscheurpositie, dient u de modus voor automatisch afscheuren in te schakelen en de juiste paginalengte voor kettingpapier te selecteren in de modus Default Setting (Standaardinstelling).
  • Pagina 33 3. Houd de knop Pause (Onderbreken) gedurende drie seconden ingedrukt. Het lampje Pause (Onderbreken) begint te knipperen en de printer schakelt over op de modus Micro Adjust (Nauwkeurig aanpassen). 4. Druk op de knop LF/FF D om het papier achterwaarts in te voeren of druk op de knop Load/Eject (Laden/Uitwerpen) U om het papier voorwaarts in te voeren, totdat de papierperforatie is uitgelijnd met de afscheurrand.
  • Pagina 34: Afdrukken Op Losse Vellen

    Plaats meervoudige formulieren in de papiergeleider, met de inbindrand eerst en de bedrukbare zijde omlaag. De afbeeldingen in deze handleiding zijn afkomstig van de LX-300+II. De LX-1170II is breder dan de LX-300+II. De uitleg is voor beide apparaten echter hetzelfde.
  • Pagina 35: Losse Vellen Laden

    Losse vellen laden Voer de volgende stappen uit om losse vellen te laden: 1. Zorg ervoor de printer uitstaat. Controleer ook of de papierontgrendelingshendel naar achteren is gedrukt in de positie voor losse vellen en of de papiergeleider zich in de verticale positie bevindt (zie onderstaande afbeelding).
  • Pagina 36: Afdrukken Op Speciaal Papier

    3. Schuif een vel papier in de printer tussen de randgeleiders. Druk het papier goed aan tot u het niet verder kunt invoeren. Bij normaal gebruik zet u de printer aan zonder op andere knoppen te drukken. Het afdrukken wordt gestart zodra de printer gegevens heeft ontvangen.
  • Pagina 37: De Papierdiktehendel Aanpassen

    Let op: Als u afdrukt op meervoudige formulieren die dikker zijn dan normaal papier, etiketten of enveloppen, dient u de toepassingssoftware zodanig in te stellen dat alleen in het afdrukbare gebied wordt afgedrukt. Wanneer verder dan de rand van deze papiersoorten wordt afgedrukt, kan de printerkop beschadigd raken.
  • Pagina 38: Meervoudige Formulieren

    2. Selecteer de juiste papierdikte aan de hand van de onderstaande tabel. Papiersoort Positie van hendel Standaardpapier (losse vellen of kettingpapier) Meervoudige 2 vellen formulieren 3 vellen 4 vellen 5 vellen Etiketten Enveloppen 2 of 4 3. Sluit het printerdeksel. Meervoudige formulieren U kunt meervoudige formulieren van maximaal veijf delen (één origineel plus vier kopieën) en zonder doorslag gebruiken...
  • Pagina 39: Etiketten

    Gebruik de toepassingssoftware of de instructies in “De bovenkant van formulier-positie aanpassen” als u de laadpositie moet aanpassen. Wanneer u meervoudige formulieren met hechting aan de zijkant gebruikt, vallen de kopieën mogelijk niet samen met het origineel. In dat geval kiest u een hogere waarde voor de papierdiktehendel.
  • Pagina 40: Enveloppen

    Als u de etiketten uit de printer wilt verwijderen, scheurt u de nieuwe toevoer aan de onderkant van de printer af en vervolgens drukt u op LF/FF om de resterende etiketten uit te printer te voeren. Let op: Voer etiketten nooit achterwaarts door de printer; de etiketten kunnen dan losraken van het achterblad en vastlopen in de printer.
  • Pagina 41: De Printersoftware

    Het programma EPSON Status Monitor 3 controleert de status van uw printer, waarschuwt u als er fouten optreden en biedt tips voor het oplossen van problemen. EPSON Status Monitor 3 wordt samen met de printerdriver geïnstalleerd. Raadpleeg “EPSON Status Monitor 3 installeren” voor instructies als u EPSON Status Monitor 3 later wilt installeren.
  • Pagina 42: De Printerdriver Gebruiken Met Windows Me En 98

    Zie “De printerdriver openen via het menu Start” voor meer informatie. De afbeeldingen in het volgende gedeelte zijn afkomstig van de LX-1170II. Gebruikers van LX-300+II: vervang LX-300+II in de afbeeldingen door de modelnaam. De instructies zijn hetzelfde. Zie “De instellingen voor de printerdriver wijzigen” als u instellingen voor de printerdriver wilt controleren en wijzigen.
  • Pagina 43: De Printerdriver Openen Vanuit Windows-Toepassingen

    De printerdriver openen vanuit Windows-toepassingen Voer de onderstaande stappen uit als u de printerdriver wilt openen vanuit een Windows-toepassing. 1. Selecteer Print Setup (Printerinstelling) of Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand) van de toepassing. Controleer in het venster Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling) of uw printer is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Name (Naam).
  • Pagina 44 2. Klik op Printer, Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). (De knop waarop u klikt, hangt af van de toepassing die u gebruikt en u dient mogelijk op een combinatie van deze knoppen te klikken.) Het venster Properties (Eigenschappen) wordt weergegeven, met daarin de menu's Paper (Papier), Graphics (Afbeeldingen) en Device Options (Apparaatopties).
  • Pagina 45: De Printerdriver Openen Via Het Menu Start

    De printerdriver openen via het menu Start Voer de onderstaande stappen uit als u de printerdriver wilt openen via het menu Start. 1. Klik op de knop Start en wijs Settings (Instellingen) aan. 2. Klik op Printers. 3. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik op Properties (Eigenschappen).
  • Pagina 46: De Instellingen Voor De Printerdriver Wijzigen

    De instellingen voor de printerdriver wijzigen De printerdriver heeft zeven menu's: Paper (Papier), Graphics (Afbeeldingen), Device Options (Apparaatopties), General (Algemeen), Details, Utility (Hulpprogramma) en Sharing (Delen). Zie “Overzicht instellingen de huidige printerdriver” voor een overzicht van de beschikbare instellingen. U kunt ook de online Help weergeven.
  • Pagina 47: De Printerdriver Gebruiken Met Windows Xp, 2000 En Windows Nt

    Zie “De printerdriver openen via het menu Start” voor meer informatie. De afbeeldingen in het volgende gedeelte zijn afkomstig van de LX-1170II. Gebruikers van LX-300+II: vervang LX-300+II in de afbeeldingen door de modelnaam. De instructies zijn hetzelfde. Zie “De instellingen voor de printerdriver wijzigen” als u instellingen voor de printerdriver wilt controleren en wijzigen.
  • Pagina 48: De Printerdriver Openen Vanuit Windows-Toepassingen

    De printerdriver openen vanuit Windows-toepassingen Voer de onderstaande stappen uit als u de printerdriver wilt openen vanuit een Windows-toepassing: Opmerking: De onderstaande voorbeelden zijn gebaseerd op het besturingssysteem Windows 2000. De onderdelen die op het scherm worden weergegeven, kunnen afwijken van de onderdelen op uw computer; maar de instructies zijn hetzelfde.
  • Pagina 49 2. Klik op Printer, Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). (De knop waarop u klikt, hangt af van de toepassing die u gebruikt en u dient mogelijk op een combinatie van deze knoppen te klikken.) Het venster Document Properties (Eigenschappen van document) wordt weergegeven, met daarin de menu's Layout (Indeling) en Paper/Quality (Papier/Kwaliteit).
  • Pagina 50 3. U kunt een menu weergeven door te klikken op het bijbehorende tabblad bovenaan het venster. Zie “De instellingen voor de printerdriver wijzigen” als u de instellingen wilt wijzigen.
  • Pagina 51: De Printerdriver Openen Via Het Menu Start

    De printerdriver openen via het menu Start Voer de onderstaande stappen uit als u de printerdriver wilt openen via het menu Start. Opmerking: De schermafbeeldingen in de onderstaande procedure zijn gebaseerd op het besturingssysteem Windows 2000. De onderdelen die op het scherm worden weergegeven, kunnen afwijken van de onderdelen op uw computer;...
  • Pagina 52 Als u klikt op Properties (Eigenschappen) in het menu dat wordt weergegeven nadat u met de rechtermuisknop op het printerpictogram hebt geklikt, wordt het venster Properties (Eigenschappen) weergegeven, met daarin menu's die worden gebruikt voor de instellingen voor de printerdriver. 4.
  • Pagina 53: De Instellingen Voor De Printerdriver Wijzigen

    De instellingen voor de printerdriver wijzigen De printerdriver heeft twee menu's waarmee u de instellingen voor de printerdriver kunt wijzigen, te weten Layout (Indeling) en Paper/Quality (Papier/Kwaliteit). U kunt instellingen ook wijzigen in het menu Utility (Hulpprogramma) in de printersoftware. Zie “Overzicht instellingen de huidige printerdriver”...
  • Pagina 54: Overzicht Instellingen De Huidige Printerdriver

    Overzicht instellingen de huidige printerdriver In de onderstaande tabellen staan de instellingen voor de Windows-printerdriver. Niet alle instellingen zijn beschikbaar in alle versies van Windows. Printerinstellingen Instellingen Uitleg Paper Size Selecteer het formaat van het papier dat u wilt (Papierformaat) gebruiken.
  • Pagina 55 Instellingen Uitleg Halftone Klik op deze knop als u de helderheid en het contrast Setup.../Halftone wilt instellen, het RGB-gamma wilt invoeren of andere Color Adjustment... instellingen wilt opgeven. Het dialoogvenster Halftone (Halftooninstelling/ Setup.../Halftone Color Adjustment... Halftoonkleuraanp (Halftooninstelling/Halftoonkleuraanpassing) wordt assing) weergegeven. Klik op de knop Help in dit dialoogvenster voor meer informatie.
  • Pagina 56 Start en op Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Wanneer u Windows XP Home Edition gebruikt, klikt u op Start, en Control Panel (Configuratiescherm) en vervolgens klikt u op Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). 2. Klik op het pictogram EPSON LX-300+II ESC/P of EPSON LX-1170II ESC/P.
  • Pagina 57: Controle-Instellingen

    Controle-instellingen Instellingen Uitleg EPSON Status Klik op deze knop om EPSON Status Monitor 3 te Monitor 3 openen. Als u de printer wilt controleren, dient u ervoor te zorgen dat het selectievakje voor het controleren van de afdrukstatus is ingeschakeld.
  • Pagina 58: Epson Status Monitor 3 Gebruiken

    “De printer delen”. Opmerking: Als u de driver installeert met de methode “point-and-print”, werkt EPSON Status Monitor 3 mogelijk niet correct. Als u EPSON Status Monitor 3 wilt gebruiken, installeert u de driver nogmaals volgens de instructies in Begin hier.
  • Pagina 59: Epson Status Monitor 3 Instellen

    EPSON Status Monitor 3 instellen Voer de volgende stappen uit om EPSON Status Monitor 3 in te stellen: 1. Open het menu Utility (Hulpprogramma) zoals beschreven in “De printerdriver openen vanuit Windows-toepassingen” of “De printerdriver gebruiken met Windows XP, 2000 en Windows NT 4.0”.
  • Pagina 60: Epson Status Monitor 3 Openen

    Klik op de knop Default (Standaard) als u de standaardinstellingen van alle items wilt herstellen. EPSON Status Monitor 3 openen Voer een van de volgende handeling uit om EPSON Status Monitor 3 te openen: Dubbelklik op het snelkoppelingspictogram in de vorm van een printer op de taakbalk.
  • Pagina 61: Epson Status Monitor 3 Installeren

    Windows XP, 2000 en Windows NT 4.0” voor informatie over het openen van het menu Utility (Hulpprogramma). Als EPSON Status Monitor 3 op de hierboven beschreven manier wordt geopend, wordt het volgende venster voor de printerstatus weergegeven. In dit venster wordt informatie over de status van de printer weergegeven.
  • Pagina 62 Lees de overeenkomst en klik op Agree (Akkoord). 4. Klik op Custom (Aangepast). 5. Schakel het selectievakje EPSON Status Monitor 3 in en klik op Install (Installeren). 6. Controleer of uw printerpictogram is geselecteerd in het dialoogvenster dat wordt weergegeven en klik op OK. Volg daarna de instructies op het scherm.
  • Pagina 63: De Printer Instellen In Een Netwerk

    Zie “Onder Windows XP of 2000” voor Windows XP of 2000. Zie “Onder Windows NT 4.0” voor Windows NT 4.0. Opmerking: Wanneer de printer wordt gedeeld, dient EPSON Status Monitor 3 te worden ingesteld, zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de printerserver. Zie “EPSON Status Monitor 3...
  • Pagina 64: De Printer Instellen Als Een Gedeelde Printer

    Als u een onder Windows gedeelde printer gebruikt in een Windows Me- of 98-omgeving, dubbelklikt u op de server op het pictogram Network (Netwerk) in het configuratiescherm en controleert u of het onderdeel “File and printer sharing for Microsoft Networks” (Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken) is geïnstalleerd.
  • Pagina 65 Gebruik geen spaties of verbindingsstreepjes in de share-naam, omdat daardoor een fout kan optreden. Wanneer de printer wordt gedeeld, dient EPSON Status Monitor 3 te worden ingesteld, zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de printerserver. Zie “EPSON Status...
  • Pagina 66 U dient de client-computers in te stellen, zodat deze de printer in een netwerk kunnen delen. Informatie hierover vindt u op de volgende pagina. “Onder Windows Me of 98” “Onder Windows XP of 2000” “Onder Windows NT 4.0” Onder Windows XP, 2000 of Windows NT 4.0 Als het besturingssysteem Windows XP, 2000 of Windows NT 4.0 wordt uitgevoerd op de printerserver, volgt u de onderstaande stappen om de printerserver in te stellen.
  • Pagina 67 Als in Windows XP het volgende menu wordt weergegeven, klikt u op Network Setup Wizard (Wizard Netwerk instellen) of If you understand the security risks but want to share printers without running the wizard, click here (Klik hier als u het beveiligingsrisico kent maar bestanden zonder de wizard te gebruiken wilt delen).
  • Pagina 68: Instellen Voor De Clients

    Bij een Windows XP-printerserver selecteert u Share this printer (Deze printer delen). Vervolgens typt u de naam in het vak Share Name (Share-naam) en klikt u op OK. Opmerking: Gebruik geen spaties of verbindingsstreepjes in de share-naam, omdat daardoor een fout kan optreden. U dient de client-computers in te stellen, zodat deze de printer in een netwerk kunnen delen.
  • Pagina 69: Onder Windows Me Of

    My Network (Mijn netwerklocaties) op het bureaublad van Windows. Als u EPSON Status Monitor 3 bij clients wilt gebruiken, dient u zowel de printerdriver als EPSON Status Monitor 3 op elke client te installeren vanaf de cd-rom.
  • Pagina 70 Opmerking: U kunt ook “\\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer)” typen in het netwerkpad of de wachtrijnaam. 5. Klik op de computer of server die op de gedeelde printer is aangesloten, en op de naam van de gedeelde printer.
  • Pagina 71: Onder Windows Xp Of 2000

    Als Windows Me of 98 niet wordt uitgevoerd op de printerserver, gaat u naar “De printerdriver installeren vanaf de cd-rom”. 7. Controleer de naam van de gedeelde printer en stel in of u de printer al dan niet als standaardprinter wilt gebruiken. Klik op OK en volg de instructies op het scherm.
  • Pagina 72 Als u Windows XP gebruikt, klikt u op het pictogram Add Printer (Printer toevoegen) in het menu Printer Tasks (Printertaken). 3. Selecteer Network printer (Netwerkprinter) (Windows 2000) of A network printer, or a printer attached to another computer (Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden) (Windows XP) en klik op Next.
  • Pagina 73 Opmerking: U kunt ook de naam van de gedeelde printer of het netwerkpad typen in het vak Name (Naam), zoals “\\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer).” Als u Windows XP gebruikt, selecteert u Browse for a printer (Een printer zoeken) en klikt u op Next (Volgende).
  • Pagina 74 Opmerking: De naam van de gedeelde printer wordt mogelijk gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer. U kunt contact op met de netwerkbeheerder om de naam van de gedeelde printer te controleren. Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de client, dient u het nieuwe of de huidige printerdriver te selecteren.
  • Pagina 75 Onder Windows NT 4.0 Voer de volgende stappen uit om Windows 4.0-clients in te stellen. U kunt de printerdriver van de gedeelde printer installeren als u een Hoofdgebruiker bent of hogere toegangsrechten hebt, zelfs als u geen beheerder bent. 1. Klik op Start, wijs Settings (Instellingen) aan en klik op Printers.
  • Pagina 76: De Printerdriver Installeren Vanaf De Cd-Rom

    De naam van de gedeelde printer wordt mogelijk gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer. U kunt contact op met de netwerkbeheerder om de naam van de gedeelde printer te controleren. Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de client, dient u het nieuwe of de huidige printerdriver te selecteren.
  • Pagina 77 Windows NT 4.0 \<Taal>\WINNT40 3. Selecteer de naam van de printer en klik vervolgens op OK. Volg daarna de instructies op het scherm. Opmerking: Raadpleeg “EPSON Status Monitor 3 installeren” voor instructies als u EPSON Status Monitor 3 ook wilt installeren.
  • Pagina 78: Afdrukken Annuleren

    Afdrukken annuleren Als de afdrukken niet aan uw verwachtingen voldoen en onjuiste of vreemde tekens of afbeeldingen bevatten, dient u het afdrukken wellicht te annuleren. Als het printerpictogram wordt weergegeven op de taakbalk, volgt u de onderstaande instructies om het afdrukken te annuleren. 1.
  • Pagina 79: De Printersoftware Verwijderen

    Als u de printerdriver opnieuw wilt installeren of als u een upgrade voor de printersoftware wilt uitvoeren, dient u het geïnstalleerde de huidige printerdriver te verwijderen. De printerdriver en EPSON Status Monitor 3 verwijderen 1. Sluit alle toepassingen af. 2. Klik op Start, wijs Settings (Instellingen) aan en klik op Control Panel (Configuratiescherm).
  • Pagina 80 Add/Remove (Toevoegen/Verwijderen). Opmerking: Wanneer u de computer met Windows XP of Windows 2000 gebruikt, klikt u op Change (Wijzigen) of Remove Programs (Programma's verwijderen); vervolgens selecteert u de EPSON Printer Software (EPSON-printersoftware) en u klikt op Change/Remove (Wijzigen/Verwijderen).
  • Pagina 81: Het De Huidige Printerdriver Van Het Usb-Apparaat Verwijderen

    EPSON Status Monitor 3. 7. Als u EPSON Status Monitor 3 wilt verwijderen, klikt u op Yes (Ja) in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. 8. Volg de instructies op het scherm.
  • Pagina 82 Verwijder de printerdriver voordat u de driver van het USB-apparaat verwijdert. Nadat u de driver van het USB-apparaat hebt verwijderd, hebt u geen toegang meer tot de andere Epson-printers die zijn aangesloten via een USB-interfacekabel. 1. Volg stap 1 - 3 van “De printersoftware verwijderen”.
  • Pagina 83 Opmerking: EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-afdrukapparaten) wordt alleen weergegeven als de printer is aangesloten op computers met Windows Me of 98 via een USB-interfacekabel. Als de driver van het USB-apparaat niet correct is geïnstalleerd, wordt EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-afdrukapparaten) mogelijk niet weergegeven.
  • Pagina 84: Bedieningspaneel

    Bedieningspaneel Het bedieningspaneel gebruiken U kunt eenvoudige afdrukbewerkingen, zoals regeldoorvoer, formulierdoorvoer, papier laden en uitwerpen, en lettertypen selecteren, uitvoeren met de knoppen op het bedieningspaneel. De lampjes op het bedieningspaneel geven de printerstatus aan. Knoppen en lampjes op het bedieningspaneel 1.
  • Pagina 85 3. LF/FF-knop** Voert papier regel voor regel door indien de knop wordt ingedrukt en losgelaten. Werpt één vel uit of voert kettingpapier door naar de bovenkant van het eerstvolgende formulier indien de knop ingedrukt wordt gehouden. 4. Load/Eject-knop (Laden/Uitwerpen)** Laadt één vel papier. Werpt één vel papier uit als een vel papier is geladen.
  • Pagina 86: Een Geïntegreerd Lettertype Selecteren

    * Lettertypeselectie: In de Micro Adjust-modus (Nauwkeurig aanpassen) kunt u het lettertype selecteren dat u wilt gebruiken door te drukken op de knop Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)). De Tear Off (Font)-lampjes (Afscheuren (Lettertype)) branden, knipperen of gaan uit om het geselecteerde lettertype aan te geven.
  • Pagina 87: De Standaardinstellingen Van De Printer

    On (Aan), Off (Uit) regeldoorvoer) Print direction (Afdrukrichting) Bi-D (Bidirectioneel), Uni-D (Unidirectioneel) Software ESC/P, IBM 2380 Plus (voor LX-300+II)/IBM 2381 Plus (voor LX-1170II) 0 slash (0 met schuine streep) On (Aan), Off (Uit) Snel concept On (Aan), Off (Uit) I/F-mode (I/F-modus)
  • Pagina 88 * De beschikbare opties hangen af van het land van aankoop. ** Deze instellingen zijn alleen van kracht wanneer de emulatie IBM 2380 Plus (voor LX-300+II)/IBM 2381 Plus (voor LX-1170II) is geselecteerd. Page length for tractor (Paginalengte voor kettingpapier) Met deze instelling kunt u de paginalengte (in inches) instellen...
  • Pagina 89 Skip over perforation (Perforatie overslaan) Deze functie is alleen beschikbaar als kettingpapier is geselecteerd. Als u On (Aan) selecteert, voegt de printer een marge van één inch (25,4 mm) toe tussen de laatste afgedrukte regel op de ene pagina en de eerste afgedrukte regel op de volgende pagina. Aangezien de marge-instellingen in de meeste toepassingen voorrang hebben op de instellingen die zijn aangebracht via het bedieningspaneel, dient u deze instelling alleen te gebruiken als u de boven- en ondermarge...
  • Pagina 90 Software Wanneer u ESC/P selecteert, werkt de printer in de EPSON ESC/P-modus. Wanneer u IBM 2380 Plus (voor LX-300+II)/ IBM 2381 Plus (voor LX-1170II) selecteer, emuleert de printer een IBM-printer. 0 slash (0 met schuine streep) Het nulteken heeft een schuine streep ( ) wanneer u deze functie inschakelt.
  • Pagina 91 Baud rate (Baudrate) Gebruik deze optie om de gegevensoverdrachtssnelheid (baudrate) voor de seriële interface in te stellen. De baudrate wordt gemeten in bits per seconde (bps). Raadpleeg de computerhandleiding en softwaredocumentatie voor de juiste instelling. Parity (Pariteit) Als deze optie is ingesteld op None (Geen), is pariteitscontrole uitgeschakeld.
  • Pagina 92 Auto CR (regelterugloop) Deze instelling is alleen beschikbaar in de emulatiemodus IBM 2380 Plus (voor LX-300+II)/IBM 2381 Plus (voor LX-1170II). Als automatische regelterugloop is ingeschakeld, gaat elke LF-code (regeldoorvoer) of ESC J-code vergezeld van een code voor regelterugloop.
  • Pagina 93: De Standaardinstellingen Wijzigen

    De standaardinstellingen wijzigen Voer de volgende stappen uit om de modus Default Setting (Standaardinstelling) in te schakelen en de standaardinstellingen van de printer te wijzigen: Opmerking: Als u de instructies voor taalselectie en de instructies voor de modus Default Setting (Standaardinstelling) wilt afdrukken, hebt u vijf losse vellen papier van A4- of Letter-formaat nodig of vijf pagina's kettingpapier dat ten minste 279 mm (11 inch) lang en 210 mm (8,27 inch) breed is.
  • Pagina 94 5. Houd de knop Tear Off (Font) (Afscheuren (Lettertype)) ingedrukt. De printer drukt de instructies voor de modus Default Setting (Standaardinstelling) (drie pagina's) af in de geselecteerde taal. In de afgedrukte instructies worden de standaardinstellingen vermeld die u kunt wijzigen, wordt beschreven hoe u ze kunt wijzigen en wordt uitgelegd hoe de lampjes op het bedieningspanel u helpen instellingen te selecteren.
  • Pagina 95: Probleemoplossing

    Probleemoplossing De foutindicatoren gebruiken U kunt een groot aantal algemene printerproblemen herkennen aan de lampjes op het bedieningspaneel. Als de printer niet meer werkt en één of meerdere lampjes op het bedieningspaneel branden of knipperen, of er klinkt een pieptoon, gebruik dan de onderstaande tabel om het probleem vast te stellen en op te lossen.
  • Pagina 96 Lampje op Patroon Probleem paneel pieptoon Oplossing status ••• n Paper Out De geselecteerde papierbron is leeg. (Geen papier) Laad papier in de printer. Druk indien n Pause nodig op de knop Pause (Onderbreken) (Onderbreken) om het pauzelampje uit te zetten. •••...
  • Pagina 97: Problemen En Oplossingen

    Lampje op Patroon Probleem paneel pieptoon Oplossing status f Pause – De printerkop is oververhit. (Onderbreken) Wacht een paar minuten. Zodra de printerkop is afgekoeld, wordt het afdrukken automatisch hervat. ••••• f Alle lampjes Er is een onbekende fout opgetreden. op het Zet de printer uit en laat deze een paar bedieningspa...
  • Pagina 98: Stroom

    Opmerking: Als u een ervaren gebruiker of een programmeur bent, kunt u een hexadecimale dump afdrukken om communicatieproblemen tussen de printer en de computer te isoleren. Zet de printer uit als u een hexadecimale dump wilt afdrukken. Druk vervolgens op de knop Load/Eject (Laden/Uitwerpen) en houd deze ingedrukt en druk op de knoppen LF/FF terwijl u de printer aanzet.
  • Pagina 99: Afdrukken

    Afdrukken De printer drukt niet af Het lampje Pause (Onderbreken) is uit, maar er wordt niets afgedrukt. Oorzaak Te verrichten handeling De software is mogelijk Ga na of de software goed op de printer is niet goed geïnstalleerd. geïnstalleerd (zie Begin hier). Controleer de printerinstellingen van de software.
  • Pagina 100 Er zijn geluiden hoorbaar waardoor het lijkt alsof de printer afdrukt, maar er wordt niets afgedrukt. Oorzaak Te verrichten handeling De lintcassette is mogelijk Zie Begin hier. niet goed geïnstalleerd. Het lint is wellicht Vervang de lintcassette. versleten. Er is een vreemd geluid hoorbaar vanuit de printer, er klinken vijf pieptonen en de printer stopt plotseling.
  • Pagina 101: Punten Ontbreken In Afgedrukte Tekens Of Afbeeldingen

    De afdruk is vaag of onregelmatig. Delen van de onderkant van afgedrukte tekens ontbreken. Oorzaak Te verrichten handeling De lintcassette is mogelijk niet Zie “De lintcassette vervangen”. goed geïnstalleerd. De afdruk is vaag. Oorzaak Te verrichten handeling Het lint is wellicht versleten. Vervang de lintcassette aan de hand van de instructies in “De lintcassette vervangen”.
  • Pagina 102 De afgedrukte tekens zijn niet naar verwachting. De tekststijl of tekens die u met uw software hebt verzonden, zijn niet afgedrukt. Oorzaak Te verrichten handeling De software is mogelijk niet Ga na of de software goed is goed geconfigureerd. geconfigureerd voor de printer. Het lettertype dat is geselecteerd op het bedieningspaneel wordt niet afgedrukt.
  • Pagina 103 De paginalengte komt niet overeen met de lengte van het papier. Oorzaak Te verrichten handeling De instellingen voor de Controleer de paginalengte die in de paginalengte in de toepassingssoftware is ingesteld en pas toepassingssoftware zijn deze indien nodig aan. mogelijk onjuist. De paginalengte-instelling Controleer de paginalengte voor voor de tractor op de printer...
  • Pagina 104: Papierverwerking

    Papierverwerking Losse vellen worden niet goed ingevoerd Er wordt geen papier ingevoerd. Oorzaak Te verrichten handeling Er is mogelijk kettingpapier Verwijder het kettingpapier. Zet de achtergebleven in de printer. hendel daarna in de positie voor losse vellen. Plaats een nieuw vel papier. Het papier voor de Verplaats het papier (en de papiergeleider is te ver naar...
  • Pagina 105 Kettingpapier wordt niet goed ingevoerd Het papier wordt niet ingevoerd door de tractor. Oorzaak Te verrichten handeling De papierontgrendelings- Controleer of de papierontgrendelings- hendel staat mogelijk in de hendel naar voren is getrokken in de verkeerde positie. positie voor kettingpapier. Als dit niet het geval is, zet u de printer uit en vervolgens weer aan.
  • Pagina 106 U gebruikt mogelijk papier Zorg ervoor dat het formaat en de van een verkeerd formaat of dikte van het papier voldoen aan met een verkeerde dikte. de specificaties. Zie “Papier” voor informatie over de specificaties voor kettingpapier. Wanneer u meervoudige Stel de papiergeleider iets hoger in om formulieren met krimp aan de de afdrukpositie nauwkeurig te houden.
  • Pagina 107: Opties

    Opties Het papier niet goed ingevoerd als u de invoer voor losse vellen gebruikt. Er wordt geen papier ingevoerd. Oorzaak Te verrichten handeling De invoer voor losse vellen is Installeer de invoer opnieuw aan de mogelijk niet goed op de hand van de instructies onder “Invoer printer geïnstalleerd.
  • Pagina 108 Er worden twee of meer vellen tegelijk ingevoerd. Oorzaak Te verrichten handeling U hebt mogelijk te veel vellen Verwijder wat vellen papier. Zie “Papier” papier geplaatst in de invoer. voor informatie over de soort en de hoeveelheid papier die kan worden geplaatst met de invoer voor lossen vellen.
  • Pagina 109 Er kan niet goed worden overgeschakeld van de invoer voor lossen vellen naar de push-tractor en vice versa De gewenste papiersoort wordt niet ingevoerd. Oorzaak Te verrichten handeling De papierontgrendelingshendel Trek de hendel naar voren om bevindt zich mogelijk niet in de kettingpapier te laden of druk de hendel juiste positie.
  • Pagina 110 De upgradekit voor kleur is geïnstalleerd, maar de printer werkt niet goed (alleen LX-300+II). De lampjes op het bedieningspaneel gaan niet branden. Oorzaak Te verrichten handeling De motor in de upgradekit Volg de instructies onder voor kleur is mogelijk niet “Kleurupgradekit (alleen LX-300+II)”.
  • Pagina 111: Problemen Met De Usb-Aansluiting Verhelpen

    Windows 95 naar Windows XP, Me, 98 of 2000. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie over uw computer. Zorg ervoor dat EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-afdrukapparaten) wordt weergegeven in het menu Device Manager (Apparaatbeheer) (alleen Windows Me en 98).
  • Pagina 112 (+) naast Other devices (Overige apparaten) om de geïnstalleerde apparaten weer te geven. Als USB Printer (USB-printer) wordt weergegeven onder Other devices (Overige apparaten), is het USB-printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd. Als EPSON LX-300+II of EPSON LX-1170II wordt weergegeven, is het printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd.
  • Pagina 113 Als USB Printer (USB-printer), EPSON LX-300+II of EPSON LX-1170II niet wordt weergegeven onder Other devices (Overige apparaten), klikt u op Refresh (Vernieuwen) of koppelt u de USB-kabel los van de printer en sluit u de kabel weer aan op de printer.
  • Pagina 114 5. Als het onderstaande dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op OK. Klik vervolgens nogmaals op OK om het dialoogvenster System Properties (Systeemeigenschappen) te sluiten. 6. Zet de printer uit en start de computer opnieuw op. Installeer vervolgens de stuurprogramma's opnieuw aan de hand van de instructies in Begin hier.
  • Pagina 115: Een Zelftest Afdrukken

    Add/Remove Programs (Software) in het configuratiescherm en verwijder vervolgens EPSON USB Printer Devices (EPSON-afdrukapparaten). Installeer daarna de software zoals wordt aangegeven in Begin hier. Als EPSON USB Printer Devices (EPSON-afdrukapparaten) niet wordt vermeld in de lijst Add/Remove Programs (Software) gaat u naar de cd-rom en dubbelklikt u op epusbun.exe in de map \<Taal>\WINME...
  • Pagina 116 Let op: Gebruik voor de LX-300+II papier dat minimaal 210 mm (8,27 inch) breed is voor de zelftest; bij smaller papier drukt de printerkop rechtstreeks af op de plaat. Gebruik voor de LX-1170II papier dat minimaal 376 mm (14,8 inch) breed is voor de zelftest;...
  • Pagina 117 4. Als u de zelftest wilt beëindigen, drukt u op de knop Pause (Onderbreken) om het afdrukken stop te zetten. Wanneer zich nog papier in de printer bevindt, drukt u op de knop LF/FF om de afgedrukte pagina uit te werpen. Zet vervolgens de printer uit.
  • Pagina 118: Contact Opnemen Met De Klantenondersteuning

    Contact opnemen met de klantenondersteuning Als uw Epson-product niet correct werkt en u het probleem niet kunt oplossen met behulp van de informatie voor probleemoplossing in de productdocumentatie, kunt u voor hulp contact opnemen met de klantenondersteuning. Raadpleeg het Europese garantiedocument voor informatie over hoe u contact opneemt met de klantenondersteuning van EPSON.
  • Pagina 119: Opties En Verbruiksmateriaal

    Opties en verbruiksmateriaal Opties installeren en gebruiken Invoer voor losse vellen De optionele invoer voor losse vellen (C80637 voor LX-300+II/C80639 voor LX-1170II) kan 50 vellen standaardpapier (82 g/m²) bevatten. Voer de onderstaande stappen uit om de invoer voor losse vellen te installeren.
  • Pagina 120 4. Houd de invoer voor losse vellen met beide handen vast en druk op de veerhendels. Plaats de inkepingen in de invoer voor losse vellen op de bevestigingspalletjes van de printer. Zodra u de veerhendels loslaat, wordt de invoer voor losse vellen op zijn plaats vergrendeld.
  • Pagina 121 6. Trek de papierklemmen helemaal naar voren totdat de papiergeleiders worden ingetrokken en opengaan, zodat het papier kan worden geladen. 7. Pak een stapeltje papier en waaier het uit. Tik met de zijkant en de onderkant van het papier op een plat oppervlak, zodat de vellen gelijk liggen.
  • Pagina 122 12. Bevestig de papiergeleider aan de invoer voor losse vellen zoals hieronder wordt aangegeven. a. Bovenaanzicht b. Ontgrendelingslipje 13. Verschuif de linkerrandgeleider naar het midden totdat deze stopt bij de geleidemarkering. Verschuif vervolgens de rechterrandgeleider ongeveer naar de breedte van het gebruikte papier.
  • Pagina 123: Pull-Tractor

    Pull-tractor Als optie is een extra pull-tractor (C80030 voor LX-300+II/C80034 voor LX-1170II) verkrijgbaar. U verbetert de verwerking van kettingpapier door twee tractors tegelijk te gebruiken. Dit is met name handig voor kettingpapier met voorgedrukte formulieren en meervoudige formulieren.
  • Pagina 124 3. Gebruikers van de LX-300+II pakken de pull-tractor met beide handen vast. Verplaats de tractor naar voren naar de bevestigingssleuf bovenop de printer tot de tractor in de juiste stand staat (zie onderstaande afbeelding). U moet de inkepingen vast voelen klikken.
  • Pagina 125 6. Laat de vergrendelingshendels van de geleiders van de pull-tractor los en pas de geleiders aan de breedte van het papier aan. Zorg dat de geleiders op beide tractors zijn uitgelijnd, zodat het papier niet scheef wordt ingevoerd. 7. Open de afdekkingen van de geleide-eenheden. Plaats de gaatjes in het papier over de tractorpinnen van de geleiders en pas de geleiders zo nodig aan.
  • Pagina 126: Papierrolhouder

    Papierrolhouder Dankzij de optionele papierrolhouder (#8310) kunt u uw printer gebruiken met een papierrol van 216 mm (8,5 inch), zoals die voor telexen wordt gebruikt. Deze optie is niet in alle landen beschikbaar. Voer de onderstaande stappen uit om de papierrolhouder te installeren en te gebruiken.
  • Pagina 127 4. Snijd de invoerrand van de papierrol recht af. Schuif de schacht van de papierrolhouder door het midden van de papierrol. 5. Plaats de schacht en de papierrol op de papierrolhouder. Plaats de rol zodanig dat het papier wordt ingevoerd vanaf de onderzijde van de rol.
  • Pagina 128: Kleurupgradekit (Alleen Lx-300+Ii)

    Kleurupgradekit (alleen LX-300+II) De optionele kleurupgradekit (C83208 ) bestaat uit een kleurenlintcassette en een motor. Voer de volgende stappen uit om de kit te installeren: 1. Zet de printer uit en verwijder het printerdeksel en de papierspanningseenheid. Schuif het klepje over de aansluitingen van de printer opzij en trek het eruit, zoals hieronder wordt aangegeven.
  • Pagina 129 3. Plaats de stekker van de motor in de aansluiting op de printer. 4. Schuif de printerkop naar het midden van de printer en schuif het plastic gedeelte van het kleurenlint naar het midden van de cassette. 5. Draai de lintaandraaiknop in de richting van de pijl om het lint strak te trekken.
  • Pagina 130 6. Plaats de lintcassette in de printer zoals wordt aangegeven en druk beide zijden van de cassette stevig aan, zodat de plastic haakjes in de openingen in de printer vallen. 7. Zet de printer aan terwijl u de knoppen Load/Eject (Laden/Uitwerpen) en Pause (Onderbreken) ingedrukt houdt.
  • Pagina 131: Afdrukserver

    9. Zet de printer uit nadat u de afdrukpositie hebt aangepast. Opmerking: Wanneer u afdrukt met het kleurenlint, neemt de afdruksnelheid af. Als u wilt overschakelen naar het zwarte lint, verwijdert u het kleurenlint zoals wordt aangegeven in de handleiding van de optionele kleurupgradekit en installeert u het zwarte lint zoals wordt beschreven in “De lintcassette vervangen”.
  • Pagina 132: De Lintcassette Vervangen

    Ze zorgen voor een juiste werking en een lange gebruiksduur van de printerkop en andere printeronderdelen. Andere producten die niet zijn gemaakt door EPSON, kunnen uw printer schade toebrengen die niet door de garantie van EPSON wordt gedekt. Uw printer gebruikt de volgende lintcassettes:...
  • Pagina 133 4. Gebruikers van de LX-300+II : controleer of de printerkop zich in het midden van de printer bevindt. Gebruikers van de LX-1170II: controleer of de printerkop zich op 10 cm (4 inch) afstand van de linkerkant bevindt.
  • Pagina 134 7. Plaats de lintcassette in de printer zoals wordt aangegeven en druk beide zijden van de cassette stevig aan, zodat de plastic haakjes in de openingen in de printer vallen. 8. Gebruik een puntig voorwerp, zoals een balpen, om het lint tussen de printerkop en de lintgeleider te leiden.
  • Pagina 135 9. Draai de lintaandraaiknop in de richting van de pijl om het lint correct in te voeren; het lint mag niet gedraaid of gevouwen zijn. 10. Voor gebruikers van LX-1170II: plaats de papierspanningseenheid terug. 11. Plaats het printerdeksel terug en sluit dit.
  • Pagina 136: Productinformatie

    Productinformatie Printeronderdelen a. randgeleiders b. papiersteunen c. papiergeleider d. papierontgrendelingshendel e. draaiknop f. bedieningspaneel g. printerdeksel h. afdekking papiergeleider...
  • Pagina 137 a. seriële interface b. lintcassette c. papierdiktehendel d. papierspanningseenheid e. aan-/uitschakelaar f. voedingskabel g. USB-kabelhouder h. tractor i. USB-interface j. parallelle interface...
  • Pagina 138: Printerspecificaties

    Unidirectioneel afdrukken van tekst of afbeeldingen kan worden geselecteerd met softwareopdrachten. Regelafstand: 1/6 inch of instelbaar in stappen van 1/216 inch Afdrukbare LX-300+II: 80 kolommen (bij 10 cpi) kolommen: LX-1170II: 136 kolommen (bij 10 cpi) Maximaal 240 × 144 dpi Resolutie:...
  • Pagina 139 76 mm/seconde (3,0 inch/seconde) Met interval 63 msec/regel bij een interlinie van 1/6 inch Kleurenafdrukken Methode Verplaatsing (optioneel, alleen afdruklint LX-300+II): Lintkleur Zwart, magenta, cyaan en geel Levensduur: Totaal 12 miljoen regels afdrukvolume (met uitzondering van printerkop) Gemiddeld storingsvrij interval...
  • Pagina 140 Afmetingen en Hoogte 159 mm (6,26 inch) gewicht (voor Breedte 366 mm (14,4 inch) LX-300+II): Diepte 275 mm (10,8 inch) (zonder de draaiknop, papierontgrendelings hendel enz.) Gewicht circa 4,4 kg (9,7 lb) Afmetingen en Hoogte 164 mm (6,6 inch) gewicht (voor...
  • Pagina 141: Elektronisch

    8 kB Geïntegreerde Bitmaplettertypen lettertypen: EPSON Draft 10, 12, 15 cpi EPSON Roman 10, 12, 15 cpi, proportioneel EPSON Sans Serif 10, 12, 15 cpi, proportioneel Streepjescodelettertypen EAN-13, EAN-8, Interleaved 2 of 5, UPC-A, UPC-E, Code 39, Code 128, POSTNET...
  • Pagina 142 Tekentabellen: Eén Italic en 12 grafische tekentabellen: Italic tekentabel, PC 437 (US, Standard Europe), PC 850 (Multilingual), PC 860 (Portuguese), PC 861 (Icelandic), PC 865 (Nordic), PC 863 (French-Canadian), BRASCII, Abicomp, ISO Latin 1, Roman 8, PC 858, ISO 8859-15 De volgende 26 grafische tekentabellen zijn ook in bepaalde landen beschikbaar: PC 437 Greek,...
  • Pagina 143: Elektrisch

    Elektrisch 120 V-model 220 - 240 V-model Ingangsstroom 99 - 132 V 198 - 264 V Nominale frequentie 50 - 60 Hz Ingangsfrequentie 49,5 - 60,5 Hz Maximale stroomsterkte 0,6 A (maximaal 1,4 0,3 A (maximaal 0,7 A afhankelijk van het A afhankelijk van het tekentype) tekentype)
  • Pagina 144: Papier

    Temperatuur: 15 - 25 °C (59 - 77 °F) Luchtvochtigheid: 30 - 60% RH Laad geen gevouwen, beschadigd, gekreukeld of omgekruld papier. Voor LX-300+II Losse vellen (standaard): papiergeleider en invoer losse vellen Breedte Papiergeleider: 100 - 257 mm (3,9 - 10,1 inch)
  • Pagina 145 Losbladige meervoudige formulieren: invoer papiergeleider Breedte 100 - 257 mm (3,9 - 10,1 inch) Lengte 100 - 364 mm (3,9 - 14,3 inch) Kopieën 1 origineel + maximaal 4 kopieën Dikte 0,12 - 0,39 mm (0,0047 - 0,015 inch) Gewicht 40 - 58 g/m²...
  • Pagina 146 Etiketten: invoer onderzijde minimaal 23,8 × 63,5 mm (15/16 × 2,5 inch) Etiketformaat minimale radius 2,5 mm (0,1 inch) Breedte achterblad 101,6 - 254 mm (4,0 - 10,0 inch) Lengte achterblad 101,6 - 558,8 mm (4,0 - 22,0 inch) Dikte achterblad 0,07 - 0,09 mm (0,0028 - 0,0035 inch) Totale dikte 0,16 - 0,19 mm (0,0063 - 0,0075 inch)
  • Pagina 147 Dikte Papiergeleider: 0,065 - 0,14 mm (0,0025 - 0,0055 inch) Invoer losse vellen: 0,07 - 0,14 mm (0,0028 - 0,0055 inch) Gewicht Papiergeleider: 52 - 90 g/m² (14 - 24 lb) Invoer losse vellen: 64 - 90 g/m² (18 - 24 lb) Losbladige meervoudige formulieren: invoer papiergeleider Breedte 148 - 420 mm (5,8 - 16,5 inch)
  • Pagina 148 Kettingpapier (standaard en meervoudig): invoer achter- en onderzijde Breedte 101,6 - 406,4 mm (4,0 - 16,0 inch) Lengte (één pagina) 101,6 - 558,8 mm (4,0 - 22,0 inch) Kopieën 1 origineel + maximaal 4 kopieën Dikte 0,065 - 0,39 mm (0,0025 - 0,015 inch) Gewicht 52 - 82 g/m²...
  • Pagina 149: Afdrukbaar Gebied

    Afdrukbaar gebied Losse vellen en enveloppen: Voor LX-300+II De minimale bovenmarge is 4,2 mm (0,17 inch). De minimale linker- en rechtermarge is 3,0 mm (0,12 inch) per marge. De maximum papierbreedte is 257 mm (10,1 inch) voor losse vellen. De maximaal afdrukbare breedte is 203,2 mm (8,0 inch).
  • Pagina 150 Voor LX-1170II De minimale bovenmarge is 4,2 mm (0,17 inch). De minimale linker- en rechtermarge is 3,0 mm (0,12 inch) per marge. De maximum papierbreedte is 420 mm (16,5 inch) voor losse vellen. De maximaal afdrukbare breedte is 345,44 mm (13,6 inch). Als de papierbreedte aanmerkelijk breder is dan dit, zullen de zijmarges breder zijn dan het minimum maar is de afdrukbare breedte niet breder dan 345,44 mm (13,6 inch).
  • Pagina 151 Kettingpapier Voor LX-300+II De minimale marge boven en onder de perforatie is 4,2 mm (0,17 inch) per marge. De minimale linker- en rechtermarge is 13 mm (0,51 inch) per marge. De maximale papierbreedte is 254 mm (10,0 inch). De maximaal afdrukbare breedte is 203,2 mm (8,0 inch).
  • Pagina 152 Voor LX-1170II De minimale marge boven en onder de perforatie is 4,2 mm (0,17 inch) per marge. De minimale linker- en rechtermarge is 13 mm (0,51 inch) per marge. De maximale papierbreedte is 406,4 mm (16,0 inch). De maximaal afdrukbare breedte is 345,44 mm (13,6 inch). Als de papierbreedte aanmerkelijk breder is dan dit, zullen de zijmarges breder zijn dan het minimum maar is de afdrukbare breedte niet breder dan 345,44 mm (13,6 inch).
  • Pagina 153: Papieruitlijning

    Afdrukken begint bij “0” op de schaal. Het niet-afdrukbare gebied ligt links van de “0.” Opdrachtenlijsten Uw printer biedt ondersteuning voor de onderstaande EPSON ESC/P 2-besturingscodes en IBM 2380 Plus (voor LX-300+II)/ IBM 2381 Plus (voor LX-1170II)-emulatiebesturingscodes. EPSON ESC/P-besturingscodes Door een EPSON ESC/P-printer te selecteren in uw software, kunt u geavanceerde lettertypen en afbeeldingen gebruiken.
  • Pagina 154 Tekenverwerking: ESC t, ESC (t, ESC R, ESC %, ESC &, ESC :, ESC I, ESC 6, ESC 7 Bitmap: ESC K, ESC L, ESC Y, ESC Z, ESC *, ESC ^ Streepjescode: ESC (B Kleurenafdrukken (alleen LX-300+II): ESC r...
  • Pagina 155: Ibm 2380 Plus (Voor Lx-300+Ii)/ Ibm 2381 Plus (Voor Lx-1170Ii)-Emulatiebesturingscodes

    (voor LX-1170II)-emulatiebesturingscodes Deze printer emuleert de IBM Proprinter met gebruik van de onderstaande opdrachten. Raadpleeg de naslaghandleiding bij de IBM 2380 Plus (voor LX-300+II)/IBM 2381 Plus (voor LX-1170II) voor uitgebreide informatie. Algemene werking: NUL, DC3, ESC j, BEL, CAN, DC1, ESC Q, ESC [ K, ESC U,...
  • Pagina 156: Standaarden En Goedkeuringen

    ESC K, ESC L, ESC Y, ESC Z Streepjescode: ESC [f, ESC [p Downloaden: ESC = (alleen de modus Concept) Standaarden en goedkeuringen Veiligheidsgoedkeuringen (LX-300+II) 120 V-versie: Veiligheidsstandaarden UL60950 CSA60950 FCC-artikel 15 subartikel B klasse B CAN/CSA - CEI/IEC CISPR22 klasse B...
  • Pagina 157: Ce-Markering

    EN55022 klasse B EN61000-3-2 EN61000-3-3 EN55024 CE-markering (Beide modellen) 230 V-versie: Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC EN60950 EMC-richtlijn 89/336/EEC EN55022 klasse B EN61000-3-2 EN61000-3-3 EN55024...
  • Pagina 158: De Printer Reinigen

    Let op dat er geen water op het printermechanisme of de elektrische onderdelen terechtkomt. Gebruik geen harde of schurende borstel. Spuit geen smeermiddelen in de binnenkant van de printer; ongeschikte smeermiddelen kunnen het printermechanisme beschadigen. Neem contact op met een EPSON-leverancier als u denkt dat de printer moet worden gesmeerd.
  • Pagina 159: De Printer Vervoeren

    De printer vervoeren Als u de printer over enige afstand moet vervoeren, pakt u deze zorgvuldig in de originele doos met het originele verpakkingsmateriaal. Voer de volgende stappen uit om de printer in te pakken in de originele verpakking: Waarschuwing: Wanneer u de printer vervoert, tilt u deze niet op aan de USB-kabelhouder omdat deze los kan raken en de printer kan vallen.
  • Pagina 160: Woordenlijst

    Woordenlijst afdrukbaar gebied Het gedeelte van een pagina waarop de printer kan afdrukken. Vanwege de marges is dit kleiner dan de fysieke grootte van de pagina. afscheurpositie De positie waarnaar de printer het papier doorvoert als de modus voor automatisch afscheuren is ingeschakeld. Met de Micro Adjust-functie kunt u deze positie aanpassen, zodat de perforatie van het papier samenvalt met de afscheurrand van de printer.
  • Pagina 161 (matrix) van punten (dots). ESC/P Afkorting van EPSON Standard Code for Printers. Dit is het systeem van opdrachten dat uw computer gebruikt om de printer aan te sturen. Dit is de standaard voor alle EPSON-printers die wordt ondersteund door de meeste toepassingen voor personal computers.
  • Pagina 162 laadpositie De positie waarnaar het papier automatisch wordt geladen. near letter quality (NLQ) (bijna letterkwaliteit) De afdrukmodus die door de printer wordt gebruikt als een ander lettertype dan Draft is geselecteerd. Afdrukken met NLQ-lettertypen levert een mooier en beter leesbaar resultaat op bij een lagere afdruksnelheid. Zie ook “concept” en “snel concept”.
  • Pagina 163 tekentabel Een verzameling letters, cijfers en symbolen die de tekenset vormen die in een bepaalde taal wordt gebruikt. tekens per inch (cpi) Een maateenheid voor de grootte van teksttekens. unidirectioneel afdrukken Bij deze afdrukinstelling drukt de printerkop af in slechts één richting. Unidirectioneel afdrukken is handig voor het afdrukken van afbeeldingen aangezien hierbij een nauwkeurige verticale uitlijning mogelijk is.
  • Pagina 164 Bidirectioneel (Bi-d) afdrukken., 89 Buzzer (pieptoon) instellen, 92 Clients onder Windows Me of 98, 69 onder Windows NT 4.0:, 75 onder Windows XP of 2000, 71 Contact opnemen met EPSON, 118 Data length (Gegevenslengte), 91 De printer reinigen, 158 De printer vervoeren, 159...
  • Pagina 165 Emulatie, 155 Enveloppen afdrukken, 40 specificaties, 145, 147 EPSON Status Monitor 3, 41, 58 installeren, 61 instellen, 59 openen, 60 ESC/P, 153 Etiketten afdrukken, 39 specificaties, 146, 148 Font (Lettertype), 92 Foutindicatie, 95 Geïntegreerd lettertype lijst, 141 High speed draft (Snel concept) (standaardinstelling), 90...
  • Pagina 166 Kettingpapier afdrukken, 16 specificaties, 145, 148 Klantenondersteuning, 118 Knoppen, 84 Lampjes, 84 Lintcassette, 132, 140 Losse vellen afdrukken, 34 specificaties, 144, 146 Manual feed wait time (Wachttijd voor handmatige invoer), 92 Meervoudige formulieren afdrukken, 38 specificaties, 145, 147 Micro adjust (Nauwkeurig aanpassen), 32 Opties Kleurupgradekit, 128 Papierrolhouder, 126...
  • Pagina 167 Positie bovenkant van formulier aanpassen Micro adjust (Nauwkeurig aanpassen), 28 Printer delen, 63 Printerde huidige printerdriver openen vanuit Windows Me of 98, 43 vanuit Windows XP, 2000 of Windows NT 4.0, 48 Printerdriver instellingen, 54 verwijderen, 79 Probleemoplossing USB-problemen, 111 Skip over perforation (Perforatie overslaan), 89 Software standaardinstelling, 90...
  • Pagina 168 Unidirectioneel (Uni-d) afdrukken, 89 USB-interface, 90 problemen, 111 Verticale regels uitlijnen, 115 Verwijderen afgedrukt document uit push-tractor, 20 printersoftware, 79 Stuurprogramma van USB-apparaat, 81 Zelftest, 115...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lx-1170ii

Inhoudsopgave