Gebruik geen enveloppen die gekreukeld of omgebogen zijn.
Vermijd ook het gebruik van erg dunne enveloppen, aange-
zien deze tijdens het afdrukken kunnen omkrullen en papier-
storingen kunnen veroorzaken.
Als u enveloppen van No. 6-formaat gebruikt, dient u de
linkerzijde van de enveloppen tegen de pijl op de printer te
plaatsen.
Gebruik enveloppen alleen bij een normale temperatuur en
vochtigheidsgraad, binnen de volgende grenzen:
Temperatuur15 tot 25°C
Vochtigheid 30 tot 60% RV
Let op:
c
Als er wordt afgedrukt op de rand van een envelop, kan de printkop
beschadigd raken. Zorg daarom dat er altijd wordt afgedrukt
binnen het afdrukgebied van de enveloppen. Zie Appendix C voor
meer informatie over het afdrukgebied van enveloppen.
Briefkaarten laden
U kunt briefkaarten stuk voor stuk laden in de boven- of voorin-
voer volgens de instructies in "Losse vellen in de boveninvoer
laden" (op pagina 3-8) of "Losse vellen in de voorinvoer laden"
(op pagina 3-11). Respecteer bovendien de volgende richtlijnen:
Gebruik altijd de boveninvoer voor briefkaarten die u met de
lange zijde eerst laadt.
Afdrukken op losse vellen
3
3-7