Beschrijving van de V.24/RS-232-C-commando's:
De teller ondersteunt bij de uitvoering van commando's het
XON-XOFF-protocol. Wanneer het interne tekenbuffer (100
tekens) vol is, verzendt de display-unit het stuurteken XOFF
naar de zender. Nadat het buffer is afgewerkt, verzendt de
display-unit het stuurteken XON naar de zender, en is weer
gereed voor de ontvangst van gegevens.
Toets ingedrukt (TXXXX-commando's)
Elk toetscommando dat door de teller correct is herkend,
wordt door het verzenden van het stuurteken ACK
(Acknowledge, Control-F) bevestigd. Vervolgens wordt de
toetsdruk uitgevoerd.
Bij verkeerd herkende of ongeldige commando's antwoordt
de display-unit met het stuurteken NAK (No acknowledge,
Control-U).
Telleraanduiding uitvoeren:
Uitgevoerd worden: tellertype, softwarenummer, datum van
de software-release.
Voorbeeld:
<STX>
N D - 2 8 1
3 4 9 7 9 7
2 0 0 1 - 0 5
Tekenvolgorde: STX;
10 tekens; CR; LF;
10 tekens; CR; LF;
10 tekens; CR; LF;
B
<CR> <LF>
- 0 4 <CR> <LF>
- 0 4 <CR> <LF>
14-segment-uitlezing uitvoeren:
De getoonde inhoud van de uitlezing wordt uitgevoerd (ook
dialogen en foutmeldingen).
<STX> - 1 2 3 4 5 . 6 7 8 9 <CR> <LF>
Tekenvolgorde: STX;
min. 10 tot max. 13 tekens; CR; LF; (afhankelijk
van het aantal komma's en decimale punten)
Actuele waarde uitvoeren:
De actuele positiewaarde (zonder komma, met
voorloopnullen) wordt uitgevoerd.
<STX> + 1 2 3 4 5 6 7 8 9 <CR> <LF>
Tekenvolgorde: STX;
voorteken; getalswaarde met 9 tekens; CR; LF;
Fouttekst uitvoeren:
De in de uitlezing getoonde fouttekst wordt uitgevoerd. (Er
vindt pas een uitvoer plaats wanneer er een foutmelding
wordt getoond.)
<STX> F O R M A T . F E H L
Tekenvolgorde: STX;
13 tekens; CR; LF;
.
<CR> <LF>
61