Correctiewaardetabel kiezen, asfout ingeven
en
MOD
gelijkertijd
P00 CODE
REF.PT. (wordt ca. 2 sec. getoond)
MOD
1)
PT.AFST.
4 x
MOD
36
Bedrijfsparameter kiezen.
P00 CODE kiezen.
Sleutelgetal 10 52 96 ingeven, met ENT
bevestigen.
1)
Referentiepunt voor de asfout op de as
met een fout ingeven, b.v. 27 mm. Met
MOD het volgende invoerveld
selecteren.
Afstand tussen de correctiepunten op
de as met een fout ingeven, b.v. 2
(komt overeen met 1,024 mm).
CORR.-NR. 01 kiezen door vier keer op
MOD te drukken. (In de velden POS.-NR.
00, CORR.-NR. 00 en POS.-NR. 01 kunnen
geen waarden worden ingevoerd.)
CORR.-NR.01
2 x
MOD
CORR.-NR.02
2 x
MOD
10
µm
1)
Alleen in de werkstand "Lengtemeting"
De bijbehorende correctiewaarde
ingeven, b.v. 0.01 mm. CORR.-NR. 02
kiezen door twee keer op MOD te
drukken. (In het veld POS.-NR. 02 kunnen
geen waarden worden ingevoerd.)
Alle andere correctiepunten ingeven.
Wanneer u een correctiepunt direct wilt
kiezen, druk dan op CL en geef
gelijktijdig het gewenste
correctiepuntnummer in.
Ingave beëindigen.