Als de onderhoudstoegang op afstand is ingeschakeld door middel van functiecode *754,
zal toegang automatisch weer geblokkeerd worden als het proces voor onderhoud op
afstand voltooid is. Het is mogelijk om onderhoud op afstand handmatig te blokkeren
door middel van #754 voordat deze is geïnitieerd.
Onderhoudstoegang op afstand kan permanent uitgeschakeld worden door middel van
de functiecode *753.. Om toegang te blokkeren dient de geautoriseerde gebruiker de
functiecode *753 handmatig in te voeren.
Het inschakelen of blokkeren van onderhoudstoegang op afstand door middel van de
functiecode wordt in elk geval aangegeven door een bevestigingstoon.
Onderhoudstoegang op afstand kan ook ingeschakeld of geblokkeerd worden in
WebAdmin, als de relevante autorisatie gegeven is.
Note:
In een QSIG-netwerk is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de autorisatie om
de onderhoudstoegang op afstand te wijzigen eveneens geweigerd wordt voor
onbevoegde PISN-gebruikers. Anders zou een PISN-gebruiker in staat zijn om een
verkort kiesnummer te gebruiken dat gedefinieerd is voor de bestemmings-PINX en
de juiste functiecode bevat om de onderhoudscode op afstand te wijzigen voor de
bestemmings-PINX.
Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk:
In een AIN hangt de onderhoudstoegang op afstand van alle knooppunten af van
de instelling in de Master. Als de onderhoudstoegang op afstand in de Master is
ingeschakeld, worden zowel de AIN configuratie alsook de offline-configuratie van de
satellieten ingeschakeld.
Onderhoudstoegang op afstand via een externe kiesverbinding met de AIN is ook
beveiligd en dient expliciet ingeschakeld te zijn via het controlepaneel op het voorpaneel.
(Mitel 470) of via de controletoets (Mitel 415/430).
5.4.3
Functietoetsen voor onderhoudstoegang op afstand
Op systeemtelefoons kan de functiecode voor inschakelen/blokkeren van
onderhoudstoegang op afstand opgeslagen worden onder een functietoets, mits de
gebruiker de juiste autorisatie heeft.
De relevante LED gaat branden als de onderhoudstoegang op afstand eenmaal of
permanent wordt ingeschakeld.
Document Version 1.0
Virtual Appliance
Configuratie
100