Toebehoren
nl
_Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
T o e b e h o r e n
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in
de vakhandel of via Internet.
Wanneer de toebehoren heet worden,
Aanwijzing:
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
U kunt de stoombakken onbeperkt met alle
Aanwijzing:
stoommethodes gebruiken. Wanneer u anders
verwarmingsmethodes met hoge temperaturen wilt
instellen, neemt u de stoombak uit de binnenruimte.
Hoge temperaturen leiden tot permanente
verkleuringen en vervormingen van de stoombak.
12
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvries-
gerechten en grote braadstukken.
Hij kan worden gebruikt om het vet op te
vangen, als u direct op het rooster grilt.
Bij gebruik van stoom kan hij ook als
opvangbak voor afdruipend water wor-
den gebruikt.
Stoombak met gaatjes, grootte S
Voor het stomen van groente, het uitper-
sen van kleinfruit en het ontdooien
Stoombak zonder gaatjes, groote S
Voor het garen van rijst, peulvruchten en
granen
Stoombak met gaatjes, grootte XL
Voor het stomen van grote hoeveelhe-
den.
Toebehoren inschuiven
De binnenruimte heeft drie inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
De toebehoren altijd inschuiven tussen de beide
geleidestangen van een inschuifhoogte.
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen.
Aanwijzingen
Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
■
manier in de binnenruimte plaatst.
Schuif de toebehoren altijd volledig in de
■
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De open kant moet naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden ¾
wijzen.
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren ƒ
moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede