verwijderen (21).
Voor het beste resultaat bevelen we aan de accessoires voor te verwarmen
(filterhouder, filter en kopje), alvorens gemalen koffie in te doen. Voer hiervoor
onderstaande stappen uit.
Laat uw apparaat afkoelen als u 5 opeenvolgende kopjes van 50 ml hebt gezet.
Met een koffiepad
Uw machine is geschikt voor gebruik met koffiepads (over het algemeen 60 mm in
diameter) Dit type van koffiepads is niet specifiek ontworpen voor espressomachines, u
zult een minder sterke koffie krijgen in vergelijking met gemalen koffie.
Vul het reservoir met water op kamertemperatuur en plaats het reservoir op het
apparaat (3-4).
Schakel het apparaat in door op de aan/uit-knop (6) te drukken.
Het controlelampje knippert tijdens het voorverwarmen en brandt vervolgens
continu. Het apparaat is nu klaar voor gebruik (7).
Maak de filterhouder los door deze naar links te draaien (16). Plaats een koffiepad
in de filterhouder voor één kopje. De koffiepad is geschikt voor het zetten van één
kopje koffie. Het gebruik van 2 koffiepads boven elkaar wordt afgeraden (22).
Installeer de filterhouder in het apparaat door deze volledig naar rechts te draaien (8).
Om uw espresso te zetten, voer dezelfde procedure uit als het zetten van een
espresso met gemalen koffie.
Laat uw apparaat afkoelen als u 5 opeenvolgende kopjes van 50 ml hebt gezet.
STOOMFUNCTIE
De stoom dient voor het opschuimen van melk (bijv. om cappuccino's te bereiden).
Om stoom te produceren, draai de regelaar naar de positie (D1-3) Voorverwarmen. (10).
Het controlelampje van de aan/uit-knop knippert opnieuw en brandt vervolgens
continu. Het apparaat is nu klaar voor gebruik (7).
Giet 60 tot 100 ml melk in een houder. Voor een beter resultaat bevelen we aan om
een nauwe en eerder korte houder te gebruiken die onder de stoomtuit past. Het is
aanbevolen om zowel koude melk als een koude houder te gebruiken.
Zodra het controlelampje continu brandt, dompel de stoomtuit in de melk zonder
de onderkant van de houder aan te raken (23).
Draai de regelaar naar de positie stoom (D1-4) (24).
Voor een beter resultaat, schuim de melk gedurende circa 10 seconden op vanaf
de onderkant van de houder, zonder de onderkant aan te raken. Breng de houder
geleidelijk aan omhoog en omlaag totdat de tuit zich aan het oppervlak van de
melk bevindt. Zorg dat de tuit niet uit de melk komt. Om de melk optimaal op te
schuimen, maak cirkelvormige bewegingen.
Om de melk mooi te laten opschuimen, bevelen we aan om gepasteuriseerde of
UHT-melk te gebruiken. Het gebruik van rauwe of magere melk wordt afgeraden.
Wanneer de melk voldoende is opgeschuimd, draai de regelaar naar de positie O
(12). Het apparaat wordt automatisch afgekoeld door 2 opeenvolgende pompcycli
uit te voeren. Wanneer deze bewerking automatisch voltooid is, kunt u een
espresso zetten.
Na het stomen, maak de stoomtuit snel en grondig schoon met een vochtige spons
(om het vastkleven van resten te vermijden).
Plaats een houder met water onder de stoomtuit en herhaal de opschuimprocedure
35
om de tuit grondig schoon te maken.
Om oververhitting van de melk te vermijden, schuim deze niet langer dan 60
seconden op.
De werking van de tuit is beperkt tot 75 seconden om oververhitting te vermijden.
BELANGRIJK!
Opgelet! Om het opspatten van melk te vermijden, haal de tuit tijdens de
werking niet uit de melk.
BELANGRIJK!
Opgelet! De stoomtuit is nog warm! Let op dat u geen brandwonden
oploopt!
BELANGRIJK! Na het stoomproces, maak de stoomtuit snel en grondig
schoon zoals beschreven in de rubriek: REINIGING EN ONDERHOUD.
REINIGING EN ONDERHOUD
A. Apparaat
Haal de stekker voor elke reiniging uit het stopcontact en laat het apparaat volledig
afkoelen.,
Maak de buitenkant van het apparaat regelmatig schoon met een vochtige spons.
Maak het reservoir, lekbak en lekrooster regelmatig schoon en veeg vervolgens af.
Spoel regelmatig de binnenkant van het reservoir.
Als u een dunne witte laag op uw reservoir waarneemt, ontkalk uw apparaat (zie
de rubriek ONTKALKING).
Gebruik geen schoonmaakmiddelen op basis van alcohol of oplosmiddelen.
Na het uithalen van de stekker uit het stopcontact, maak het rooster voor
warmwatertoevoer en de afdichting regelmatig schoon met een vochtige doek (26).
Maak alleen schoon met een vochtige doek zonder schoonmaakmiddel.
B. Filterhouder
Maak het vak voor de filterhouder regelmatig schoon met een vochtige doek en
verwijder eventuele koffieresten (26).
Om de levensduur van de afdichting van de percolatorkop te verlengen, plaats de
filterhouder niet op het apparaat als u het apparaat gedurende een lange periode
niet zult gebruiken.
C. Lekbak
Leeg de lekbak na elk gebruik. Als meerdere espresso's na elkaar worden gezet, leeg
de lekbak regelmatig (27-28) (na telkens circa 5 kopjes espresso). De aanwezigheid van
water is normaal en wijst niet op een lek. Indien nodig, maak de lekbak en het lekrooster
schoon met water en een beetje afwasmiddel. Spoel en droog af.
D. Stoomtuit
Plaats een houder met water onder de stoomtuit.
Om stoom te produceren, draai de regelaar naar de positie (D1-3) Voorverwarmen (10).
Het controlelampje van de aan/uit-knop knippert opnieuw en brandt vervolgens
36