Inschakelen
U kunt het systeem inschakelen via
het menu Boordinstellingen op het
Info-Display.
Info-Display 3 75.
Het groot licht wordt automatisch
ingeschakeld bij een snelheid hoger
dan 45 km/h. Het groot licht wordt
uitgeschakeld bij een snelheid lager
dan 35 km/h, maar de grootlichtassis‐
tentie blijft geactiveerd.
Het groene controlelampje B
brandt ononderbroken wanneer de
grootlichtassistentie actief is; het
blauwe A brandt bij ingeschakeld
groot licht.
Controlelampje B 3 72, A 3 72.
Als u een keer tegen de linkerrich‐
tingaanwijzerhendel duwt, wordt het
grootlicht handmatig en zonder groot‐
lichtassistentie ingeschakeld.
De grootlichtassistentie schakelt
automatisch op dimlicht over
wanneer:
● In stadsverkeer wordt gereden.
● Camera detecteert dichte mist.
● Het mistachterlicht is ingescha‐
keld.
● Tegemoetkomende voertuigen
worden waargenomen door de
camera.
Zodra er geen beperkingen meer
worden herkend, schakelt het
systeem het groot licht weer in.
Uitschakelen
U kunt het systeem uitschakelen via
het menu Boordinstellingen op het
Info-Display.
Info-Display 3 75.
Lichtsignaal
Verlichting
Eraan trekken om het knippersignaal
te activeren.
Koplampverstelling
U kunt de lichtbundelhoogte aanpas‐
sen aan de belading om verblinding
te voorkomen: draai het kartelwieltje
in X de gewenste stand.
0 : zitplaatsen voorin bezet
1 : alle zitplaatsen bezet
2 : alle zitplaatsen bezet en bagage
in de bagageruimte
3 : bestuurdersstoel bezet en
bagage in de bagageruimte
83