142
Rijden en bediening
● bij ritten op bochtige of heuvel‐
achtige wegen
● bij nachtelijke ritten
● bij een beperkt zicht door weers‐
omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw
● de sensor in de voorruit of de
radarmodule achter de voorbum‐
per is afgedekt door sneeuw, ijs,
sneeuwbrij, modder, vuil enz.
● de voorruit is beschadigd of
bedekt met vreemde voorwer‐
pen, bijv. stickers
Voetgangersbescherming
vóór
Voetgangersbescherming vóór voor‐
komt of vermindert mogelijk letsel
voetgangers bij een frontale aanrij‐
ding in een vooruitversnelling.
Het systeem gebruikt de frontcamera
in de voorruit en afhankelijk van de
voertuigconfiguratie een radarmo‐
dule in de voorbumper om een voet‐
ganger direct ervoor te kunnen detec‐
teren.
9 Waarschuwing
Bij gebruik van een kentekenplaat‐
steun werkt de radarmodule
mogelijk minder goed en de
sensor mogelijk beperkt. Het
systeem detecteert mogelijk geen
voorliggers en/of voetgangers
vóór de auto.
Gebruik geen kentekenplaat‐
steun, zodat het systeem goed
kan werken.
De voetgangersbescherming vóór
kan in een vooruitversnelling bij snel‐
heden tussen 5 km/u en 60 km/u voet‐
gangers detecteren en ervoor waar‐
schuwen. Ook kan de voetgangers‐
bescherming vóór een krachtiger
remwerking bewerkstelligen of de
auto automatisch doen afremmen.
Bij 's nachts rijden werkt het systeem
beperkt.
9 Gevaar
Het remsysteem voor voetgan‐
gers vóór geeft geen waarschu‐
wing en remt de auto niet automa‐
tisch af, tenzij het een voetganger
detecteert.
Het systeem beschermt mogelijk
niet voetgangers, waaronder
kinderen, wanneer de voetganger