Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐
ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde
zitplaatsen verboden.
Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden vastgezet met:
● Driepuntsgordel
● ISOFIX-steunen
● Bevestigingsriem aan de boven‐
kant
Driepuntsgordel
Kinderveiligheidssystemen kunnen
met een driepuntsgordel worden
vastgezet. Na bevestiging van het
kinderzitje moet de veiligheidsgordel
worden omgedaan 3 43.
ISOFIX-steunen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX beugels.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
voor specifieke auto's worden in de
ISOFIX tabel 3 43 aangeduid.
ISOFIX-beugels zijn aangeduid met
een etiket op de rugleuning. Trek voor
toegang tot de ISOFIX-beugels eerst
aan de rits.
Een i-Size kinderveiligheidssysteem
is een universeel ISOFIX kindervei‐
ligheidssysteem volgens UN-bepa‐
ling nr. 129.
Stoelen, veiligheidssystemen
Alle i-Size kinderveiligheidssystemen
kunnen worden op alle stoelen
worden geplaatst die geschikt zijn
voor i-Size, i-Size tabel 3 43.
Er moet een bevestigingsriem aan de
bovenkant of een steunpoot ter
aanvulling op de ISOFIX-beugels
worden gebruikt.
i-Size kinderzitjes en autostoelen met
i-Size keurmerk zijn voor zien van het
i-Size symbool, zie afbeelding.
Bevestigingsriemogen
Bevestigingsriemogen worden
aangeduid met het symbool t van
een kinderzitje.
41