24
Sleutels, portieren en ruiten
Houd b ingedrukt om de ruiten te
sluiten.
Laat de knop los om de ruit te stop‐
pen.
Als de ruiten volledig gesloten zijn,
lichten de alarmknipperlichten twee‐
maal op.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Als u de ruiten niet automatisch kunt
sluiten (bijv. na het loskoppelen van
de accu), verschijnt er een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Center.
Boordinformatie 3 76.
Activeer de ruitelektronica als volgt:
1. Portieren sluiten.
2. Schakel de ontsteking in.
3. Trek aan de schakelaar totdat de
ruit helemaal geopend is en blijf er
nog 2 seconden aan trekken.
4. Duw tegen de schakelaar totdat
de ruit helemaal gesloten is en blijf
er nog 2 seconden tegen duwen.
5. Deze handeling uitvoeren voor
alle ruiten.
Achterruitverwarming
Samen met de buitenspiegelverwar‐
ming in te schakelen door het indruk‐
ken van f.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Afhankelijk van de klimaatregeling zit
f mogelijk op een andere plek.
Auto's met verwarmings- en
ventilatiesysteem of met
airconditioning