Hoofdstuk 5
1. Open de foto in een softwareprogramma waarin u kunt bewerken, zoals
HP Photosmart-software.
2. Open het dialoogvenster Printeigenschappen. Zie
voor printer" op pagina 43
3. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
4. Klik op Foto afdrukken met witte rand in de lijst Snel afdrukopties instellen en
selecteer de volgende opties:
•
Afdrukkwaliteit: Normaal of Beste.
Opmerking
Functies en klikt u op Maximum dpi in de vervolgkeuzelijst
Afdrukkwaliteit.
•
Papiersoort: Een geschikte soort fotopapier
•
Papierformaat: Een geschikt formaat fotopapier
•
Afdrukstand: Staand of Liggend
5. Wijzig indien nodig de instelling Opties van HP Real Life-technologieën. Zie
van HP Real Life-technologieën" op pagina 47
6. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Gebruik de helpfunctie 'Wat is dit? voor meer informatie over de functies in het
dialoogvenster Printeigenschappen. Zie
informatie.
Verwante onderwerpen
"De afdrukinstellingen wijzigen voor de afdruktaak" op pagina 48
Briefkaarten afdrukken
Richtlijnen
•
Gebruik alleen kaarten en klein afdrukmateriaal die voldoen aan de
papierformaatspecificaties van de printer. Zie
voor meer informatie.
•
Overschrijd de capaciteit van de papierlade niet wanneer u papier in de printer plaatst.
Zie
"Printerspecificaties" op pagina 91
Afdrukken voorbereiden
1. Controleer of de printer aan staat.
2. Laad de kaarten. Zie
informatie.
54
Afdrukken vanaf een computer
voor meer informatie.
Voor een optimale dpi-kwaliteit gaat u naar het tabblad
"Helpfunctie Wat is dit?" op pagina 44
voor meer informatie.
"Elementaire informatie over papier" op pagina 19
"Dialoogvenster Eigenschappen
voor meer informatie.
"Printerspecificaties" op pagina 91
"Opties
voor meer
voor meer