Inbedrijfstelling MOVIMOT
I
6
Aanvullende aanwijzingen bij afzonderlijke montage
0 0
6.6
Aanvullende aanwijzingen bij afzonderlijke montage
6.6.1
Type aansluiting van de aangesloten motor controleren
6.6.2
Motorbeveiliging
44
Let bij de afzonderlijke montage van de MOVIMOT
zingen in de volgende hoofdstukken:
Controleer aan de hand van de volgende afbeelding of de gekozen type aansluiting van
®
de MOVIMOT
overeenkomt met die van de aangesloten motor.
W2
U2
V2
U1
V1
W1
Let op: bij remmotoren mag geen remgelijkrichter in de klemmenkast van de
motor worden gemonteerd!
De aangesloten motor moet voorzien zijn van een TH. SEW-EURODRIVE adviseert de
TH via ingang DI2 te bedraden, zie volgende afbeelding.
•
De ingang DI2 moet door een externe besturing worden bewaakt.
•
Zodra ingang DI2 = "0" is, moet de externe besturing de aandrijving uitschakelen
(bit DO0 en DO1 = "0").
AANWIJZING
Bij de afzonderlijke montage is ingang DI2 niet meer beschikbaar voor de aansluiting
van externe sensoren.
Compacte technische handleiding – MOVIMOT
®
met binaire slave in de "Easy"-modus
®
-regelaar bovendien op de aanwij-
W2
U2
U1
V1
MOVIMOT
®
TH
®
MM..D met AS-interface en draaistroommotor DRS/DRE/DRP
V2
W1
337879179
1130528523