Inhoudsopgave
Advertenties
8. Handige tips
Baktips
Probleem
De plaatkoek is aan de onderkant te licht.
De vormtaart is aan de onderkant te licht.
De taart/het gebak is aan de onderkant te donker.
De taart is te droog.
De taart (of het vlees) is van binnen niet gaar.
Bij hete lucht wordt de vormtaart of cake aan de achterkant
te donker.
De taart zakt in.
De taart is in het midden te hoog en aan de rand te laag.
De taart is aan de bovenkant te donker.
De taart is aan de onderkant te donker.
De fruittaart is aan de onderkant te licht en het vruchtesap
loopt over.
De taart is aan de onderkant te droog.
Het brood/de taart ziet er van buiten goed (gaar) uit,
maar is van binnen klef (vochtig/waterig).
U heeft op meerdere niveaus gebakken. De koekjes op de
bovenste plaat zijn donkerder dan die op de onderste plaat.
De koekjes zitten aan de bakplaat vast.
De taart laat niet los.
Tips voor braden en grillen
Het vlees is te donker geworden, het korstje hier en daar zwart.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is aangebrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is te licht van kleur en
waterig.
Het gewicht van het vlees staat niet in de tabel.
Oplossing
Kies een lagere inschuifhoogte en haal alle niet benodigde voorwerpen uit de oven.
Zet de bakvorm niet op een bakplaat, maar op het rooster.
Kies een hogere inschuifhoogte.
Kies een hogere oventemperatuur en verwarm de oven voor.
Kies een iets lagere bak- of braadtemperatuur.
Let op! De bak- of braadtijd kan niet door een hogere temperatuur worden verkort.
Kies liever voor een langere bak- of braadtijd en laat het deeg langer rijzen.
Plaats de bakvorm niet te dicht bij de achterwand van de oven, maar in het midden.
Gebruik de volgende keer minder vocht of zet de oventemperatuur 10 graden lager.
Houdt u zich aan de in het recept genoemde roertijden. Open de ovendeur niet te
vroeg!
Vet de rand van de bakvorm niet in. Na het bakken kunt u de taart voorzichtig
loshalen met een mes.
Kies een lagere inschuifhoogte, kies een lagere temperatuur en bak de taart iets
langer.
Kies de volgende keer een hogere inschuifhoogte en een lagere temperatuur.
Gebruik de volgende keer de diepe universele pan.
Prik met een tandenstoker gaatjes in de gebakken taart.
Besprenkel de taart daarna met vruchtesap of een alcoholische drank.
Kies de volgende keer een 10 graden hogere temperatuur en verkort de baktijd.
Gebruik de volgende keer iets minder vocht. Kies een lagere temperatuur en een
langere baktijd. Bij taart met een vochtige bovenlaag adviseren wij de taartbodem
voor te bakken, met amandelen of paneermeel te bestrooien en pas dan de
bovenlaag aan te brengen. Houdt u zich aan het recept en de baktijd.
Kies een lagere temperatuur. De koekjes worden dan gelijkmatiger bruin. Tegelijk
ingeschoven bakplaten zijn niet altijd op hetzelfde moment klaar. Laat de onderste
bakplaten 5-10 minuten nabakken of schuif deze eerder in de oven.
Doe de bakplaat nog even in de oven en maak de koekjes meteen los.
Haal de rand voorzichtig los met een mes. Probeer nog eens de taart eruit te halen.
Bedek de vorm zo nodig meermaals met een natte, koude doek.
Vet de vorm de volgende keer goed in en strooi extra paneermeel in de vorm.
Wijzig de inschuifhoogte en de temperatuur.
Gebruik de volgende keer een kleinere braadpan en meer vocht.
Gebruik de volgende keer een grotere braadpan en minder vocht.
Kies de waarde die geldt voor het eerstvolgende lagere gewicht en verleng de tijd.
31
Advertenties
Inhoudsopgave
