Inhoudsopgave
Advertenties
14
Dagelijks gebruik
Ovenfunctie
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Oventemperatuur wijzigen
Raak
/
Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er drie keer een
geluidssignaal en gaat de verwarmingsindicatie uit.
De oventemperatuur controleren
U kunt de temperatuur in het apparaat controleren wanneer de functie of het programma
in werking is.
Normaal hetelucht Voor het maximaal bakken op drie ovenniveaus tegelijkertijd.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
Conventioneel (boven-/onderwarmte). En om voedsel te dro-
gen.
Pizza hetelucht
Voor het bakken op één niveau van gerechten die een inten-
sievere bruining en knapperigheid van de bodem nodig heb-
ben. Stel de temperatuur van de oven (20 tot 40 °C) lager in
dan bij Conventioneel (boven-/onderwarmte).
Lage temp.
Voor het bereiden van zeer mager en mals gebraden voedsel.
Boven + onder-
Voor het bakken en braden op één ovenniveau.
warmte
Bevroren gerech-
Voor diepvriesmaaltijden, zoals ovenfrites, aardappelkroket-
ten
ten, loempia's.
Circulatiegrill
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met
botten op één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
Snel grillen
Voor het grillen van plat voedsel in grotere hoeveelheden.
Om brood te roosteren.
Grill
Voor het grillen van plat voedsel in het midden van het roos-
ter. Om brood te roosteren.
Warmhouden
Om het voedsel warm te houden.
Ontdooien
Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
het bewaren van voedsel.
ECO Braden
Dankzij ECO-functies kunt u het energieverbruik tijdens het
koken optimaliseren. Het is daarom nodig om de kooktijd
eerst in te stellen. Voor meer informatie over de aanbevolen
instellingen raadpleegt u de kooktabellen met de equivalente
normale ovenfunctie.
Stoom reiniging
Om de binnenkant van de oven met stoom te reinigen.
aan om de temperatuur in stappen van 5 °C te wijzigen.
Toepassing
Advertenties
Inhoudsopgave
