PProgramma's
Met de programma's kunt u heel eenvoudig gerechten
P r o g r a m m a ' s
klaarmaken. U kiest een programma en voert het
gewicht van uw gerecht in. Het programma neemt de
optimale instelling over.
Programma instellen
Voorbeeld: programma "Brood ontdooien", 0.25 kg
gewicht.
Op touch-toets # tippen.
1.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
Op touch-toets 0 tippen.
2.
De functies worden weergegeven.
Met touch-toets ( of ) functie ± kiezen.
3.
Op touch-toets & tippen.
4.
Het eerste programma verschijnt op het display.
Met touch-toets ( of ) het gewenste programma
5.
instellen.
Op touch-toets & tippen.
6.
Het gewenste programma is gekozen.Op het display
verschijnt een voorgestelde waarde voor het
gewicht.
Met touch-toets ( of ) het gewenste gewicht instellen.
7.
Op touch-toets & tippen.
8.
De aanwijzing voor de bereiding wordt
weergegeven.
Op touch-toets # tippen.
9.
De werking start. De tijdsduur loopt af op het display.
Aanwijzingen
De tijdsduur wordt door de programma's berekend.
■
Bij vele gerechten verschijnen tijdens de bereiding
■
aanwijzingen op het display om te keren of om te
roeren. Volg deze aanwijzingen op. Bij het openen
van de apparaatdeur wordt de werking stopgezet.
Na het sluiten van de apparaatdeur de werking
opnieuw starten. Wanneer u het gerecht niet keert of
omroert, loopt het programma toch normaal verder
tot het einde.
Aanwijzingen voor de programma's
Plaats de levensmiddelen in de onverwarmde
binnenruimte
Neem het product uit de verpakking en weeg het. Kunt
u het exacte gewicht niet invoeren, rond het dan naar
boven of beneden af.
Gebruik voor de programma's altijd vormen die
geschikt zijn voor de magnetron, bijv. van glas of
keramiek. Neem hiervoor de aanwijzingen voor de
vormen in de programmatabel in acht.
Na de aanwijzingen vindt u een tabel met geschikte
levensmiddelen, het betreffende gewichtsbereik en de
benodigde vormen.
Het is niet mogelijk gewichten in te stellen buiten het
gewichtsbereik.
Bij veel gerechten hoort u na enige tijd een signaal.
Keer het gerecht of roer het om.
Ontdooien:
Levensmiddelen zo vlak mogelijk en verdeeld in
■
porties bij -18°C invriezen en bewaren.
De diepvriesproducten op een ondiepe vorm, bijv.
■
een bord van glas of porselein leggen.
Na het ontdooien de levensmiddelen met het oog op
■
een gelijkmatige temperatuurverdeling nog 15 tot 90
minuten laten rusten.
Brood dient u alleen in de benodigde hoeveelheid te
■
ontdooien. Het wordt snel oudbakken.
Bij het ontdooien van vlees of gevogelte ontstaat
■
vloeistof. Verwijder dit tijdens het keren. Gebruik het
in geen geval verder en laat het niet met andere
levensmiddelen in aanraking komen.
Gehakt dat al ontdooid is na het keren verwijderen.
■
Gevogelte in zijn geheel eerst met de borstzijde en
■
stukken gevogelte eerst met de kant van het vel in
de vorm leggen.
Groente:
Verse groente: in stukken van gelijke grootte snijden.
■
Per 100g een eetlepel water toevoegen.
Diepvriesgroente: alleen geblancheerde, en geen
■
voorgekookte groente is geschikt. Diepvriesgroente
met roomsaus is niet geschikt. 1 tot 3 eetlepels
water toevoegen.Bij spinazie en rode kool geen
water toevoegen.
Aardappels:
Aardappels om te koken: snijd deze in stukken van
■
gelijke grootte. Per 100g twee eetlepels water en
wat zout toevoegen.
Aardappels in de schil: gebruik aardappels van
■
gelijke dikte. Wassen en meerdere gaatjes in de
schil prikken.Aardappels nog vochtig in een vorm
zonder water doen.
Rijst:
Geen zilvervliesrijst of rijst in kookbuiltjes gebruiken.
■
Twee tot tweeënhalf keer zoveel water bij de rijst
■
doen.
Programma's
nl
51