Onderhoud van de
maai-eenheid
Veiligheid van de messen
Versleten of beschadigde messen of ondermessen
kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of
naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden de maaimessen
en ondermessen op overmatige slijtage en
beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Draag handschoenen en wees voorzichtig als
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
messenkooien. De maaimessen en ondermessen
mogen alleen worden vervangen of gewet; probeer
ze nooit te rechten of eraan te lassen.
•
Let op bij machines met meerdere maai-eenheden:
als u één maai-eenheid draait, kunnen de
messenkooien in de andere maai-eenheden ook
in beweging komen.
Afstelling van contact
tussen ondermes en
messenkooi controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere
maaibeurt aanvaardbaar was. Er moet over de volle
lengte een licht contact tussen de messenkooi en
het ondermes zijn (zie Contact tussen ondermes en
messenkooi afstellen in de Gebruikershandleiding
van de maai-eenheid).
De stoptijd van het mes
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
Schakel de maai-eenheden in en trek aan de
hefhendel om de maai-eenheden omhoog te brengen.
Let op de tijd tussen het hefcommando en het moment
waarop alle messenkooien zijn gestopt met draaien.
Als de tijd meer dan 7 seconden bedraagt, moet u
contact opnemen met uw erkende servicedealer.
Maai-eenheden wetten
WAARSCHUWING
Contact met de maai-eenheden of andere
bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Houd uw vingers, handen en kleding uit
de buurt van de maai-eenheden en andere
bewegende onderdelen.
• Probeer de maai-eenheden nooit met uw
handen of voeten te draaien terwijl de
motor draait.
Opmerking:
Aanvullende instructies en procedures
met betrekking tot wetten kunt u vinden in
de basishandleiding voor Toro-maaiers met
messenkooien (met richtlijnen voor het slijpen),
documentnr. 09168SL.
Opmerking:
Tijdens het wetten zijn de voorste
maai-eenheden en de achterste maai-eenheden
tegelijk in werking.
De machine voorbereiden
1.
Maak de machine klaar voor onderhoud; zie
Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz.
2.
Zorg ervoor dat de motor uitgeschakeld is, maar
dat het contactsleuteltje op de stand Lopen
staat. Ga dan naar het hoofdmenu van het
InfoCenter.
3.
Scroll door middel van de middelste knop
naar beneden in het hoofdmenu naar het
onderhoudsmenu en selecteer het menu met de
rechterknop.
4.
Scroll in het onderhoudsmenu naar beneden
naar Front Backlap en Rear Backlap en activeer
vooraan, achteraan of beide door de rechterknop
te gebruiken om de gewenste maaidekken van
U
naar A
IT
AN
5.
Druk op de linkerknop om het instellingenmenu
te verlaten en de instelling te bewaren.
6.
Stel het contact tussen de messenkooi en het
ondermes af en zorg ervoor dat dit geschikt
is voor het wetten bij alle maaidekken; zie de
Gebruikershandleiding van het maaidek.
De messenkooien en het
ondermes wetten
1.
Start de motor en laat deze op een laag
stationair toerental lopen.
81
te zetten.
54).