U kunt de tegendruk op de achterste maai-eenheden
afstellen om de machine aan te passen aan
verschillende gazonomstandigheden en ervoor te
zorgen dat de maaihoogte constant blijft in zware
omstandigheden of op terrein waar een viltlaag is
ontstaan.
U kunt de tegendruk van elke torsieveer instellen op
1 van de 4 standen. Elke stand verhoogt of verlaagt
de tegendruk op de maai-eenheid met 2,3 kg ten
opzichte van de vorige stand. De veren kunnen op
de achterkant van de eerste actuator van de veer
worden geplaatst om alle tegendruk op te heffen
(vierde stand).
Opmerking:
Om alle tegendruk weg te halen,
plaatst u het lange been van de torsieveer boven de
kraagbout.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden neer, zet
de motor af, stel de parkeerrem in werking en
verwijder het sleuteltje.
2.
Steek de veer van het tegengewicht met
het lange uiteinde in een buis of gelijkaardig
voorwerp, en draai de veer rond de kraagbout in
de gewenste stand
Figuur 54
1. Veer
3.
Herhaal stap
1
en
tegengewicht.
De draaistand van de
hefarm instellen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden neer, zet
de motor af, stel de parkeerrem in werking en
verwijder het sleuteltje.
2.
De schakelaar van de hefarm bevindt zich onder
de hydraulische tank, aan de binnenkant van de
hefarm van maai-eenheid 5
(Figuur
54).
2. Kraagbout
2
aan de andere veer van het
(Figuur
21).
3.
Draai de contramoer los waarmee de
schakelaar van de hefarm bevestigd is aan de
schakelaarplaat
1. Schakelaar
4.
Stel de schakelaar van de hefarm als volgt af:
g375585
•
De omkeerhoogte van de hefarm verhogen
doet u door de schakelaar naar beneden te
zetten.
•
De omkeerhoogte van de hefarm verlagen
doet u door de schakelaar naar boven te
zetten.
Belangrijk:
van 1,0 tot 2,5 mm tussen de schakelaar
en de hefarmtrekker. Het ledlampje op de
schakelaar bevestigt de goede werking van
de schakelaar.
5.
Draai de contramoeren vast met een torsie van
20 N·m +/- 2 N·m.
Belangrijk:
vast; anders kunt u de sensor beschadigen.
42
Figuur 55
(Figuur
56).
Figuur 56
2. Sensor van hefarm
Behoud een elektrodenafstand
Draai de contramoeren niet te
g375697
g375696