Algemeen overzicht
van de machine
Figuur 38
1. Motorkap
2. Bestuurdersstoel
3. Bedieningsarm
4. Stuurwiel
Bedieningsorganen
Figuur 39
1. Contactschakelaar
2. Cruisecontrol
3. Maai-/hefhendel
4. Aftakasschakelaar
g260768
5. Stoelafstelling
6. Voormaaidekken
7. Achtermaaidekken
g419708
5. Toerentalschakelaar
6. Schakelaar van
koplampen
7. Parkeerremschakelaar
8. InfoCenter
1. Tractiepedaal
Tractiepedaal
Het tractiepedaal
(Figuur
vooruit en achteruit. Om vooruit te rijden, moet u de
bovenkant van het pedaal intrappen en om achteruit
te rijden de onderkant van het pedaal. De rijsnelheid
hangt af van hoever het pedaal wordt ingetrapt.
Om de maximale rijsnelheid te bereiken, stelt u de
maximale rijsnelheid in en drukt u het pedaal naar
voren in de transportmodus.
Om de machine te stoppen, laat u het tractiepedaal
opkomen en weer terugkeren in de middelste stand
(neutraal).
Opmerking:
De machine zal snel terugkeren naar
neutraal wanneer u uw voet van het tractiepedaal
haalt.
Toerentalschakelaar
Met de toerentalschakelaar
toerental op 2 manieren veranderen. Door op de
schakelaar te tikken kan het toerental in stappen van
100 tpm worden verhoogd of verlaagd. Hou een zijde
van de schakelaar ingedrukt om de motor automatisch
in hoog of laag stationair te schakelen.
Cruisecontrolschakelaar
De cruisecontrolschakelaar heeft 3 standen: U
en I
.
NSCHAKELEN
Om de cruisecontrol aan te zetten, draait u de
schakelaar naar de middelste stand.
Om de cruisecontrol in te schakelen, draait u de
schakelaar kort naar voren. Wanneer de cruisecontrol
ingeschakeld is, zal het cruisecontrolscherm
verschijnen op het InfoCenter. Gebruik de knoppen
van het InfoCenter om de cruisecontrolsnelheid in te
stellen in stappen van 0.8 km/h.
24
Figuur 40
2. Pedaal voor
stuurverstelling
40) regelt de beweging
(Figuur
39) kunt u het
g383839
, A
IT
AN