onderdelen, energiemodus en de richting toont terwijl
u aan het werk bent.
De maximale toegestane
maaisnelheid instellen
De geselecteerde instelling wordt weergegeven als
een X op de staafgrafiek van de tractiesnelheid
samen met de instellingen voor de cruisecontrol en de
pedaalaanslag. Een X in een staaf geeft aan dat de
maximale snelheid beperkt is door de leidinggevende
(Figuur 50
of
Figuur
52).
Opmerking:
Deze instelling wordt bewaard in het
geheugen en toegepast op de tractiesnelheid tot u
ze verandert.
1.
Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot
u de functie maaisnelheid ziet en druk op de
rechterknop.
2.
Gebruik de rechterknop om de maximale
maaisnelheid te verhogen in stappen van
0,8 km/h tussen 1,6 en 12,9 km/h.
3.
Gebruik de middelste knop om de maximale
maaisnelheid te verlagen in stappen van
0,8 km/h tussen 1,6 en 12,9 km/h.
4.
Druk op de linkerknop om het menu te verlaten.
De maximale toegestane
transportsnelheid instellen
De geselecteerde instelling wordt weergegeven als
een X op de staafgrafiek van de tractiesnelheid
samen met de instellingen voor cruisecontrol en de
pedaalaanslag. Een X in een staaf geeft aan dat de
maximale snelheid beperkt is door de leidinggevende
(Figuur 50
of
Figuur
52).
Opmerking:
Deze instelling wordt bewaard in het
geheugen en toegepast op de tractiesnelheid tot u
ze verandert.
1.
Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot
u de functie transportsnelheid ziet en druk op de
rechterknop.
2.
Gebruik de rechterknop om de maximale
transportsnelheid te verhogen in stappen van
0,8 km/h tussen 8,0 en 16,0 km/h.
3.
Gebruik de middelste knop om de maximale
transportsnelheid te verlagen in stappen van
0,8 km/h tussen 8,0 en 16,0 km/h.
4.
Druk op de linkerknop om het menu te verlaten.
Smart Power in-/uitschakelen
1.
Ga in het instellingenmenu naar Smart Power.
2.
Druk op de rechterknop om tussen A
te schakelen.
3.
Druk op de linkerknop om het menu te verlaten.
De acceleratiemodus instellen
1.
Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot
u Acceleratie ziet.
2.
Druk op de rechterknop om tussen
en
3.
Druk op de linkerknop om het menu te verlaten.
De hydrostatische remweg
controleren
Deze machine remt dynamisch en stopt wanneer u
het tractiepedaal in de neutraalstand zet.
Opmerking:
u uw voet om het tractiepedaal langzaam terug te
brengen naar de neutraalstand. Haal uw voet niet
van het pedaal en laat het pedaal niet terugschieten
naar de neutraalstand tenzij u van plan bent snel te
stoppen.
Met de maximale transportsnelheid van 16 km/h moet
de machine volledig tot stilstand komen in ongeveer
3,7 m.
1.
Markeer het begin en einde van 3,7 m op een
vlak, droog wegdek.
2.
Rijd de machine met de maximale
transportsnelheid en haal uw voet van
het pedaal bij het begin van de 3,7 m.
3.
Controleer of de machine binnen 0,6 m van de
eindmarkering (3,7 m) tot stilstand komt.
4.
Neem contact op met uw Toro-distributeur als de
stopafstand van de machine niet binnen 0,6 m
van deze afstand ligt.
De snelheden bij
achteruitrijden begrijpen
Transportsnelheid achteruit
•
Als de maximale transportsnelheid die is ingesteld
door de supervisor hoger is dan 8,0 km/h, is de
maximale snelheid achteruit 8,0 km/h.
•
Als de maximale transportsnelheid die is ingesteld
door de supervisor 8,0 km/h of lager is, dan
is de maximale snelheid achteruit gelijk aan
de transportsnelheid die is ingesteld door de
supervisor.
Maaisnelheid achteruit
en U
AN
IT
35
te schakelen.
HOOG
Voor een soepele vertraging gebruikt
,
LAAG
MEDIUM