Onderhoud Aandrijfsysteem; De Bandenspanning Controleren; Torsie Van Wielmoeren Controleren; Uitlijning Van De Achterwielen Controleren - Toro Reelmaster 5010-H Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Reelmaster 5010-H:
- Gebruikershandleiding (132 pagina's) ,
- Installatie-instructies (21 pagina's) ,
- Installatie-instructies (16 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
aandrijfsysteem
De bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Belangrijk:
Zorg ervoor dat alle banden steeds
de aanbevolen bandenspanning hebben, hierdoor
kan de machine optimale maaiprestaties leveren
en goed functioneren. Pomp de banden niet te
zacht op.
1.
Maak de machine klaar voor onderhoud; zie
Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz.
2.
Meet de bandenspanning.
Opmerking:
De luchtdruk in de banden moet
tussen 0,83 en 1,03 bar zijn.
3.
Voeg zo nodig lucht toe of verwijder lucht uit de
band.
4.
Herhaal stap
2
en
Torsie van wielmoeren
controleren
Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Om de 250 bedrijfsuren
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Zorg dat de wielmoeren met de juiste torsie
zijn aangedraaid.
1.
Maak de machine klaar voor onderhoud; zie
Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz.
2.
Haal de wielmoeren aan met 94 tot 122 N·m.
Uitlijning van de
achterwielen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsu-
ren—Controleer het toespoor van
de achterwielen.
1.
Draai het stuurwiel om de achterwielen recht
naar voren te laten wijzen.
3
aan de andere banden.
2.
Maak de machine klaar voor onderhoud; zie
Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz.
3.
Meet op ashoogte de afstand hart-op-hart van
het toespoor aan de voorzijde en de achterzijde
van de stuurwielen.
Opmerking:
van de achterwielen is correct als het verschil
tussen de meting van de voorwielen en de
meting van de achterwielen 6 mm of minder is
(Figuur
54).
1. Voorzijde van de
tractie-eenheid
2. 6 mm of minder dan bij de
achterkant van de band
4.
Als het verschil groter is dan 6 mm, moet u
het toespoor van de achterwielen afstellen; zie
Toespoor achterwielen afstellen (bladz.
Toespoor achterwielen
afstellen
1.
Draai de contramoeren aan de uiteinden van de
trommel van de tractiestang los
Opmerking:
met de groef op de buitenkant heeft een linkse
draad.
54).
73
De afstelling van het toespoor
109).
Figuur 109
3. Afstand hart-tot-hart
Het uiteinde van de trekstang
54).
g009169
73).
(Figuur
110).
Advertenties
Inhoudsopgave
