Delay Feedback: Deze term duidt aan dat het echosig-
naal wordt teruggestuurd naar de ingang van het
effect-circuit. Bij Delay effecten, aangegeven met de
omschrijving "met Feedback", wordt het vertraagde
signaal meermaals herhaald.
Panning Delay: De vertraagde signalen alterneren
tussen de linker en rechter luidsprekers (bij stereo
beluistering). Zelfs bij effectselecties "zonder Feed-
back" hoort men, opeenvolgend: rechts, in het mid-
den en links één vertraagd signaal.
Galmduur: Met deze parameter stelt u de "lengte"
(uitsterftijd) in van de nagalm in.
Chorus snelheid: Met deze parameter regelt u de
modulatiesnelheid van het Chorus effect. Bij het ver-
hogen van de waarde neemt de modulatiesnelheid
toe.
Flanger Snelheid: Met deze parameter regelt u de
modulatiesnelheid van het Flanging effect. Bij het
verhogen van de waarde neemt de modulatiesnel-
heid toe.
Toonhoogte Delay: met deze parameter bepaalt u het
toonhoogte-verschil van het vertraagde signaal in
verhouding tot de oorspronkelijke klank. Bij het ver-
hogen van de waarde neemt het verschil in toon-
hoogte toe.
Delay snelheid: Met deze parameter regelt u de
modulatiesnelheid van het ("Pitched") Delay effect.
Bij het verhogen van de waarde neemt de modulatie-
snelheid toe.
Delay tijd: Met deze parameter regelt u het tijdsinter-
val van het vertraagde signaal. Bij het verhogen van
de waarde neemt het tijdsinterval toe. Refereer naar
de onderstaande tabellen voor de exacte tijdsinter-
vallen.
Delay tijd: 0~450 (msec)
Hieronder ziet u met welke "reële" tijden de waarden
voor de "Time" parameter van de Delay overeenko-
men.
FX TIME
1
2
3
4
Tijd [msec]
5
10
20
30
45
FX TIME
17
18
19
20
21
Tijd [msec]
225 240 255 270 285 300 315 330 345 360 375 390 405 420 435 450
■
Tips voor het gebruik van de nagalm (Reverb)
Nagalm voegt een ruimtelijke indruk toe aan elk
geluid, ongeacht of het hier een solo- of een achter-
grondklank betreft. Extreem hoge waarden voor het
effect-niveau en de uitsterftijd kunnen er echter toe
leiden dat de gespeelde ritmes moeilijk te volgen zijn
(wegens het "uitsmeren" van de klanken), of minder
precies overkomen binnen de gegeven maatindeling.
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
60
75
90 105 120 135 150 165 180 195 210
22
23
24
25
26
27
28
29
30
Hieronder volgen twee tips omtrent het gebruik van
nagalm.
1) Verminder het effect-niveau als u met lange
nagalm-tijden werkt.
2) Verkort de nagalm-tijd als u hoge effect-niveaus
wenst in te stellen.
■
Tips voor het gebruik van de Delay
Met Reverb kunt u, door het "galmende" geluids-
beeld, een ruimtelijke dimensie aan een klank toe-
voegen. Delay-effecten kunnen daarentegen, aan de
hand van specifieke tijdsinstellingen, een veel direct-
ere invloed uitoefenen op het uiteindelijke karakter
van een klank. Als u, bijvoorbeeld, een solo speelt
met een melodisch percussie-instrument (vibrafoon,
marimba, xylofoon, enz.) kan een extreem korte
Delay tijd de klank aanzienlijk "aandikken". Het
aanwenden van langere Delay tijden biedt dan weer
de mogelijkheid om bepaalde noten "automatisch"
toe te voegen (bv. halve- of kwartnoten die overeen-
stemmen met het tempo van een bepaald muziek-
stuk).
Als u de SPD-20 stereo aansluit, kan het eveneens
interessant zijn om effect 22/23 te kiezen (Panned
Delay) en de Pan-parameter op "Random" in te stel-
len.
■
Tips voor het gebruik van de Chorus/Flanger
Bij Chorus/Flanging effecten bepaalt u met de
"Time" parameter de modulatiesnelheid. Voor de
Chorus resulteert het instellen van lage/hoge waar-
den, respectievelijk, in "ruimtelijke" of tremolo-ach-
tige effecten. Flanging wordt vaak gebruikt om regel-
matige klankveranderingen bij "metaal-achtige"
geluiden (cymbalen, HiHats, enz.) tot stand te bren-
gen.
■
Tips voor de parameterinstellingen
De effecten van de SPD-20 bieden vele mogelijkhe-
den. Als u zich echter beperkt tot het toevoegen van
15
16
"zware" Reverb en/of Chorus effecten, zullen alle
Patches ongeveer hetzelfde klinken. Het is dus
31
32
belangrijk om effectinstellingen te kiezen die over-
eenstemmen met de geest van een muziekstuk, of de
rol van een bepaald instrument (solo, achtergrond,
speciaal effect, enz.).
De FX SEND parameter uit de SOUND groep laat
toe om de effectintensiteit voor elk instrument, geas-
signeerd naar een Pad, apart in te stellen; dit biedt,
bijvoorbeeld, de mogelijkheid om een Flanging-
effect enkel aan de cymbalen toe te wijzen. Als u
nagalm-effecten gebruikt, geven hoge FX SEND
waarden de indruk dat alle klanken (instrumenten)
vanuit een ver verwijderde plaats gespeeld worden;
Bijkomende gegevens
49