SPD-20 Handleiding
U kunt hetzelfde nootnummer aan meerdere Pads
toewijzen. Dat betekent dus dat u met twee of meer
Pads hetzelfde nootnummer zendt wanneer u op de
SPD-20 speelt. Tijdens de ontvangst van deze data
zal de SPD-20 echter enkel het instrument (klank)
van de Pad met de hoogste rangorde weergeven.
Indien u dergelijke, tegenstrijdige waarden inbrengt,
begint het display sneller te knipperen om u te waar-
schuwen dat de instelling ongeldig is.
Opmerking: Als de Patch Expand functie (zie verderop)
actief is, en hetzelfde nootnummer meer dan twee keer voor-
komt bij de vijf Patches, begint het display eveneens sneller te
knipperen.
Vergeet niet dat er drie nootnummers worden toege-
wezen aan de H01~H17 klanken. Als één van deze
nummers samenvalt met een nootnummer dat u
voor een andere Pad koos, zal enkel de klank van de
Pad met de hoogste rangorde weerklinken. Bijvoor-
beeld; nootnummers 38 en 42 werden respectievelijk
toegewezen aan de S01 en H01 klanken voor Pads 1
en 2. In dat geval zal de PH1 klank niet gespeeld wor-
den (38 behoort tot de nootnummer-combinatie
[38/40/42] van de H01 klank, maar Pad-1 heeft de
hoogste rangorde). Bij het inbrengen van een derge-
lijke, tegenstrijdige waarde begint het Display sneller
te knipperen om u te waarschuwen dat de instelling
ongeldig is.
Opmerking: Als u de Patch Expand-functie (zie hiernaast)
hebt ingeschakeld en de vijf Patches bevatten meer dan twee
identieke nootnummers, dan begint het display sneller te
knipperen.
Opmerking: Bij het in- of uitschakelen van de Layer functie
verandert de manier waarop noot-commando's verwerkt
worden.
De nootnummers die voor de A en B Pad
Layer uit:
Banks ingegeven werden, zullen allen
gespeeld worden.
Inkomende noot-commando's voor de B
Bank zullen niet gespeeld worden (er
Layer aan:
wordt enkel rekening gehouden met de
nootnummers van de A Bank).
SPD-20 klanken aansturen met een
extern MIDI-instrument
1) Stel het zendkanaal van het externe MIDI-instru-
ment in, zodat dit overeenkomt met het basiska-
naal van de SPD-20 (blz. 41). Gebruik zo veel
mogelijk kanaal 10 ('n goede gewoonte).
2) Kies, indien nodig, een Patch met de PATCH/
VALUE [+][-] knoppen.
3) Als u op het externe MIDI-instrument speelt, wor-
den de klanken van de SPD-20 aangestuurd.
42
Bij ontvangst van een nootcommando van het exter-
ne MIDI-instrument, zal de klank, toegewezen aan
de Pad met het corresponderende nootnummer,
gespeeld worden.
Bij ontvangst van een programmakeuzecommando
op het basiskanaal (zie "Instellen van het ontvangst-
kanaal (basiskanaal)" op blz. 41), zal de correspon-
derende Patch (1~99) opgeroepen worden (enkel in
de Play Mode).
Opmerking: De SPD-20 reageert niet op de programma-
nummers 100~128.
Patch Expand
Voor elke SPD-20 Patch kunt u 32 klanken kiezen
(16, als de Layer functie ingeschakeld is). Bij aanstu-
ring vanaf een extern MIDI-instrument is het, gezien
het totaal aantal drum/percussiegeluiden van de
SPD-20, enigzins frustrerend dat er telkens "maar"
met 32 klanken gewerkt kan worden. Om, gelijktij-
dig, meer klanken onder controle te brengen van een
extern MIDI-instrument werd daarom de Patch
Expand functie voorzien. Als deze is ingeschakeld,
krijgt u, naast een zelf te kiezen Patch, ook nog de
Patches 96 t.e.m. 99 ter beschikking.
Deze vijf Patches, waarvan u de klanken (instrumen-
ten) zelf kunt instellen, zijn simultaan via MIDI aan
te sturen. Op die manier kunt u dus veel meer klan-
ken tegelijkertijd aansturen – als de polyfonie dat
tenminste toelaat
De instellingen voor de FX/PEDAL en FX/ON OFF
zijn van toepassing op de momenteel gekozen Patch.
Binnen de Patch Expand functie kunnen de Patches
96~99 ook "gelayered" worden.
■
Inschakelen van de Patch Expand functie
1) Druk in de Edit Mode op [SELECT] om de SYSTEM
parametergroep te kiezen.
2) Gebruik de [▲] [▼] knoppen om de Patch Expand
functie te selecteren.
3) Schakel de Patch Expand functie in of uit met
behulp van de PATCH/VALUE [+][-] knoppen.
4) Druk op [EDIT] om terug te keren naar de Play
Mode.
In de Play Mode wordt links in het display, naast het
Patch-nummer, een "E" weergegeven als de Patch
Expand functie ingeschakeld is.