Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Belangrijkste Midi-Data Types Van De Spd; Programmakeuze - Roland SPD-20 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

SPD-20 Handleiding
klinkt enkel geluidsmodule B als u op het klavier
speelt.
MIDI OUT
Zendkanaal: 1
Opmerking: In de SPD-20 kunt u voor iedere pad een ander
zendkanaal (TX CH) kiezen (zie blz. 37). Het ontvangstka-
naal stelt u in met de Basic Channel-parameter (zie blz. 41).
6.4 De belangrijkste MIDI-data
types van de SPD-20
MIDI biedt de mogelijkheid om een grote variëteit
aan muzikale gegevens te verzenden/ontvangen. De
structuur van een MIDI-commando (een complete
set gegevens) verschilt naargelang het data-type
waartoe hij behoort. Grofweg samengevat, zijn
MIDI-gegevens in twee groepen onder te verdelen:
informatie die verschilt per kanaal (kanaalcomman-
do's) en informatie die niet per kanaal verschilt (sys-
teemcommando's).
Kanaalcommando's
De MIDI-commando's die de gegevens over uw spel
verzenden, noemen we kanaalcommando's. Zij spe-
len de belangrijkste rol bij het besturen van het
MIDI-instrument. Omdat er een groot aantal ver-
schillende MIDI-instrumenten bestaat, hangt wat
door de MIDI-boodschappen wordt bestuurd, af van
het ontwerp van het betreffende instrument.
Nootcommando's
De nootcommando's bevatten gegevens over uw spel
op het klavier, waaronder:
Een nummer dat aangeeft welke
Nootnummer
noot werd ingedrukt of losgelaten
Een commando dat aangeeft dat een
Noot aan
noot (toets) werd ingedrukt
Een commando dat aangeeft dat een
Noot uit
noot (toets) werd losgelaten
Een commando dat aangeeft hoe
Aanslagwaarde
hard de noot (toets) werd ingedrukt
Iedere noot op het klavier wordt voorgesteld door
een nootnummer, een nummer tussen 0 en 127. De
middelste C noot, C4, heeft daarbij nummer 60. Bin-
36
MIDI THRU
Klankmodule A
MIDI IN
Ontvangstkanaal: 2
Klankmodule B
MIDI IN
Ontvangstkanaal: 1
nen een Drum Set vertegenwoordigt ieder nootnum-
mer een ander percussiegeluid, zodat u de gewenste
klank kunt spelen door het juiste nootnummer te
verzenden (de juiste toets in te drukken).
Aftertouch
Sommige klavieren sturen Aftertouch of drukgevoe-
ligheid-commando's door als u, na het spelen van
een noot, een ingehouden toets verder indrukt.
Variaties van die druk zijn te gebruiken om bepaalde
aspecten (parameters) van een klank te veranderen.
Er bestaan twee aftertouch types. Als de data indivi-
dueel voor elke toets worden doorgegeven,
omschrijft men dit als polyfone drukgevoeligheid
(Polyphonic Key Pressure). Geldt dezelfde data voor
alle, ingehouden toetsen, dan wordt dit gedefinieerd
als kanaal-drukgevoeligheid.
De SPD-20 gebruikt de polyfone aftertouch voor het
vertalen van de Choke effecten (het vastklampen van
de rand van een Pad om de bijbehorende klank te
dempen). Wanneer hij deze data ontvangt, wordt de
klank die op het betreffende MIDI-kanaal ontvangt,
gedempt.

Programmakeuze

Deze boodschappen verzenden commando's om
andere klanken te kiezen. In het algemeen is het
mogelijk om op deze wijze 128 verschillende Tones
te kiezen (programmanummers 1~128).
De SPD-20 zendt dit soort commando wanneer u
een andere Patch kiest. Bovendien kiest hij zelf een
andere Patch wanneer hij dit commando van een
extern apparaat ontvangt.
Controlecommando's
Hiermee verzendt u gegevens over speciale functies
die uw spel dynamischer maken, zoals bijvoorbeeld
vibrato, Hold (Sustain pedaal) en volume. Aan elke
functie is een eigen zogenaamd "controlenummer"
toegewezen tussen 0 en 127. Niet alle MIDI-instru-
menten hebben dezelfde functies en mogelijkheden.
Het resultaat van de verzending van controlecom-
mando's kan daarom variëren per instrument.
De SPD-20 verstuurt bewegingen van het FD-7
HiHat pedaal in de vorm van een controlecomman-
do (zie blz. 34); als de SPD-20 dergelijke (FD-7)
commando's data via MIDI ontvangt, wordt diens
klank op dezelfde manier beïnvloed.
Systeemcommando's
Het systeemgedeelte (niet gebonden aan een bepaald
kanaal) omvat, naast de SysEx data (zie ook hieron-
der), een aantal gegevens die ervoor zorgen dat de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave