SPD-20 Handleiding
Voor aangesloten PD-7, PD-9 of PD-120 Pads zijn
de waarden, per speelvlak (midden en rand), apart in
te stellen. Sla op de rand als u voor dit gedeelte
MIDI-parameters wenst in te stellen.
7) Gebruik de PATCH/VALUE [+][-] knoppen om de
parameterwaarde in te stellen.
De waardeverandering zal sneller verlopen als de [+]
knop ingedrukt is terwijl u op de [-] knop drukt en
vice versa.
Indien u in dit stadium op [ALL/ENTER] drukt,
wordt de momenteel aangegeven waarde voor alle
Pads ingesteld.
Als u een waarde programmeert voor een SPD-20
Pad, kunt u op [ALL/ENTER] drukken om die waar-
de aan alle 8 de Pads toe te wijzen. Wanneer u een
waarde programmeert voor een externe Pad kunt u
hem ook aan de andere externe Pads toewijzen –
door ook weer op [All/ENTER] te drukken.
Opmerking: Sla op de betreffende Pad om de wijziging met-
een te horen. Als u de Layer functie gebruikt, verdient het de
aanbeveling deze uit te schakelen; dit vergemakkelijkt de
beluistering/controle van de aangebrachte veranderingen.
8) Herhaal de stappen 5~7 om parameters in de ande-
re Pad Bank te veranderen.
9) Herhaal de stappen 6~7 als u de waarde van dezelf-
de parameter ook voor andere Pads wenst te veran-
deren. Herhaal de stappen 4~8 als u de waarden
van verschillende parameters voor meerdere Pads
wilt veranderen.
10)Druk, na het beëindigen van de instellingen, op
[EDIT] om terug te keren naar de Play Mode.
Layer
Als de Layer functie is ingeschakeld, worden bij elke
slag op een Pad twee nootnummers verzonden. Door
de geschikte MIDI aanslagcurves (zie blz. 38) in te
stellen voor beide Pad Banks (A en B), kunt u klan-
ken van externe geluidsbronnen op allerhande
manieren combineren
Zo zou u bijvoorbeeld kunnen zorgen dat module A
klinkt wanneer u een aanslagwaarde tussen 1 en 64
zendt, terwijl module B klinkt wanneer u een aan-
slagwaarde tussen 65 en 127 zendt.
Zorg ervoor dat -aan de basis- de SENS parameter
(zie blz. 39) voor beide Pad Banks op dezelfde waar-
de is ingesteld als u (in de Layer mode) de Velocity
Switch curve gebruikt. Door vervolgens de SENS
waarden te veranderen, kunt u het overschakelings-
punt van beide klanken naar eigen smaak "verplaat-
sen".
40
Voorrangsregeling van
nootnummers
Als de SPD-20 een nootnummer ontvangt waaraan
twee of meer klanken zijn gekoppeld, dan krijgt de
pad met de hoogste "prioriteitswaarde" voorrang.
Hoe de prioriteit is verdeeld kunt u uit de onder-
staande afbeelding opmaken.
hoogste prioriteit
Pad Bank A
INT1
INT2
TRIG1
TRIG2
(vel)
(vel)
Pad Bank B
INT1
INT2
TRIG1
TRIG2
(vel)
(vel)
INT 1:
Interne pad 1
TRIG 1: Trigger Input 1
Opmerking: Als pads die aan hetzelfde zendkanaal zijn toe-
gewezen verschillende programmanummers zenden, wordt
het programmanummer krijgt het programmanummer van
de pad met de hoogste prioriteit voorrang.
6.7 Voetschakelaar gebruiken als
Hold pedaal
Een voetschakelaar (DP-2/FS-5U, optie), die u aan-
sluit op de PATCH SHIFT ingang, is als Hold (som-
migen zeggen Sustain) pedaal te benutten voor exter-
ne MIDI-geluidsbronnen. Als u op de voetschakelaar
trapt, wordt er een controlecommando (Hold)
doorgezonden; dit commando vertelt de externe
MIDI-geluidsbronnen dat de momenteel gespeelde
noten door moeten blijven klinken (het nummer van
dit controlecommando is 64).
Opmerking: Voor de interne geluidsbron (SPD-20) komen
een beperkt aantal klanken in aanmerking voor de Hold-
functie.
Bij sommige MIDI-geluidsbronnen -of naar gelang
de parameterinstellingen van bepaalde klanken- kan
het voorkomen dat de Hold functie niet het gewenste
effect oplevert. Refereer naar de MIDI-implementa-
tie map van de geluidsbron om te controleren of deze
Hold commando's kan ontvangen. Indien dit het
geval is, dient u de betrokken parameterwaarden van
de geluidsbron (MIDI-functies, envelopes, enz.) na
te gaan en, desnoods, aan te passen.
Als u de SPD-20 inschakelt terwijl u op de voetscha-
kelaar trapt, "scrollt" ("rolt") de volgende melding
voorbij in het display. Dit bevestigt dat de voetscha-
kelaar is toegewezen aan de Hold-functie. SEt
HoLd PEdAL. Doet u dit nogmaals, dan ver-
schijnt er SEt Patch Shift PEdAL.
INT3
INT4
INT5
INT6
INT7
INT8
TRIG3
TRIG4
TRIG1
TRIG2
TRIG3
TRIG4
(vel)
(vel)
(rand)
(rand)
(rand)
(rand)
INT3
INT4
INT5
INT6
INT7
INT8
TRIG3
TRIG4
TRIG1
TRIG2
TRIG3
TRIG4
(vel)
(vel)
(rand)
(rand)
(rand)
(rand)
laagste prioriteit