interactie binnen een MIDI-systeem vlot blijft verlo-
pen.
SysEx-commando's
SysEx-boodschappen worden gebruikt om de para-
meterinstellingen van een MIDI-apparaat te bestu-
ren of gewoon te verzenden (zodat ze extern kunnen
worden opgeslagen). In het algemeen is het mogelijk
om SysEx-informatie uit te wisselen tussen ieder
MIDI-apparaat van hetzelfde type. SysEx-informatie
is met name zeer bruikbaar (ook in het geval van de
SPD-20) om instellingen naar een externe sequencer
te verzenden. Deze informatie kan dan later weer
worden teruggezonden naar de SPD-20, zodat de
instellingen automatisch worden gemaakt. Zie voor
meer details naar de MIDI Implementation Chart,
blz. 64.
Start/Stop/Continue
Hiermee kunt u de transportfuncties van een externe
sequencer bedienen.
Op de SPD-20 kunt u deze commando's aan pads
toewijzen.
Active Sensing
Deze data worden gebruikt om na te gaan of de ver-
binding tussen bepaalde MIDI-instrumenten nog
altijd actief is. Als er binnen een bepaald tijdsbestek
geen MIDI-gegevens ontvangen worden, neemt des-
betreffend MIDI-instrument aan dat de verbinding
verbroken is (bv. door het uittrekken van een MIDI-
kabel). In voorkomend geval zal het MIDI-instru-
ment zich "her-instellen" volgens een specifieke pro-
cedure (bij de SPD-20 betreft dit een automatische
functie).
MIDI Implementation Chart
Dankzij de MIDI-standaard kunnen de meest uit-
eenlopende elektronische muziekapparaten gege-
vens met elkaar uitwisselen. Dit houdt echter niet
automatisch in dat de diverse MIDI-instrumenten
en randapparaten in staat zijn om alle datatypes bin-
nen deze standaard te genereren of te ontvangen. De
belangrijkste zaak die men dient te onthouden bij de
combinatie van MIDI-apparaten is dat de diverse
MIDI data zowel bij de zender (bv. de SPD-20) als de
/ontvangers (bv. klankmodules) ingebouwd zijn om
er effectief gebruik van te kunnen maken. Om snel
en gemakkelijk te bepalen welke MIDI-gegevens uit-
wisselbaar zijn tussen een Master en een Slave, zijn
alle handleidingen van MIDI-compatibele toestellen
voorzien van een MIDI implementatie-map. Dankzij
deze map ziet u in een oogopslag welke gegevens
door een MIDI-instrument verzonden/ontvangen
kunnen worden. Alle MIDI implementatie-mappen
volgen dezelfde standaard-indeling.
MIDI Implementatiekaart
voor de zender
Functie
Gezonden Herkend
Opmerking: Op blz. 37 vindt u de MIDI-implementatie van
de SPD-20.
6.5 MIDI parameterinstellingen
In de volgende gevallen is het nodig om bepaalde
MIDI-parameters in te stellen; als u een MIDI-
geluidsmodule vanop de SPD-20 wenst aan te sturen
of indien u de SPD-20 zélf wenst te besturen via een
extern MIDI-instrument.
Opmerking: De MIDI-parameters zijn apart in te stellen
voor de Pad Banks A en B. Hierdoor is het mogelijk om, naar-
gelang de slagsterkte, twee externe geluidsbronnen op diverse
manieren met elkaar te combineren. MIDI-parameters wor-
den mee opgeslagen in een Patch.
6.6 Werking van de MIDI-
parameters
Zendkanaal (TX CH)
Gebruik deze parameter om het zendkanaal (1~16/
oFF) van een geselecteerde Pad gelijk te zetten met
het ontvangstkanaal van de aangesloten MIDI-
geluidsbron. Zet deze parameter op "oFF" als u met
een bepaalde Pad enkel SPD-20 klanken wilt aanstu-
ren. De standaardinstelling is kanaal 10.
Opmerking: Als u een programmekeuze-commando in de
Patch vastlegt (zie blz. 39) wordt dit gezonden via het TX CH
(1~16) dat u hier kiest.
Naast nootinformatie kunt u met de pads ook pro-
grammakeuzes en Start/Stop/Continue-comman-
Aansluiten van MIDI-apparatuur
MIDI Implementatiekaart
voor de ontvanger
Opmerking
37