•
• Als het pictogram niet wordt weergegeven:
De printer is niet ingesteld om bedrade communicatie te gebruiken. Schakel bedraad LAN in via
de printerinstellingen.
Selecteer
scherm HOME en stelt Bedraad LAN in-/uitschakelen (Enable/disable Wired LAN) in op
Inschakelen (Enable).
Controleer de locatie van de draadloze router.
Controle 4
Zorg dat de printer niet te ver van de draadloze router is geplaatst.
De printer mag binnenshuis maximaal 50 meter (164 ft.) van de draadloze router staan, zonder obstakels. Zorg
dat de printer dicht genoeg bij de gebruikte draadloze router is geplaatst.
Plaats de printer en de draadloze router zodanig dat er zich geen obstakels tussen beide bevinden. Draadloze
communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over het algemeen gebrekkig. De
draadloze communicatie kan worden verhinderd door bouwmaterialen die metaal of beton bevatten. Als de printer
door de aanwezigheid van een muur niet via Wi-Fi kan communiceren met de computer, zet u de printer en de
computer in dezelfde ruimte.
Als een apparaat zoals een magnetron dat radiogolven van dezelfde frequentie uitzendt als een draadloze
router in de buurt staat, kant dat storingen veroorzaken. Plaats de draadloze router zo ver mogelijk van de
storingsbronnen.
Stap 2: Problemen oplossen met Wi-Fi Connection Assistant.
Onderzoek en herstel de netwerkverbindingen met behulp van Wi-Fi Connection Assistant.
Download Wi-Fi Connection Assistant via de onderstaande pagina en installeer het op uw computer.
De verbindingsstatus van de printer controleren met Wi-Fi Connection Assistant
Raadpleeg het onderstaande voor het opstarten van Wi-Fi Connection Assistant.
•
• Voor Windows:
Wi-Fi Connection Assistant starten
•
• Voor macOS:
Wi-Fi Connection Assistant starten
Stap 3: Als het probleem niet kan worden opgelost met het hulpprogramma.
Zorg dat de firewall van de software is uitgeschakeld.
Controle 1
Als de firewall van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt mogelijk het bericht weergegeven dat Canon-
software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als deze waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de
beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Als u programma's gebruikt die schakelen tussen netwerkomgevingen, controleert u de instellingen ervan.
Als de printer via een Wi-Fi is verbonden met een AirPort-basisstation, moet u
Controle 2
alfanumerieke tekens gebruiken voor de netwerknaam (SSID). (macOS)
LAN-instellingen (LAN settings) > Bedraad LAN (Wired LAN) in het
422