•
• Er zijn verschillende soorten papier, zoals papier met een speciale coating waarop foto's met
een optimale kwaliteit kunnen worden afgedrukt en papier dat geschikt is voor documenten. Voor
elk mediumtype zijn er vooraf gedefinieerde instellingen (de manier waarop inkt wordt gebruikt
en gespoten, de afstand vanaf de spuitopeningen enz.), waarmee u afdrukken met een optimale
beeldkwaliteit op dat mediumtype kunt maken. Onjuiste papierinstellingen kunnen ook leiden tot
afdrukkleuren van slechte kwaliteit of tot krassen op de afdruk. Als de afdruk vlekken of ongelijkmatige
kleuren vertoont, verhoogt u de instelling voor de afdrukkwaliteit en probeert u het opnieuw.
•
• Om onjuiste afdrukken te voorkomen kan deze printer detecteren of de instellingen voor het
papier in de lade voor handmatige invoer overeenkomen met de papierinstellingen. Selecteer de
afdrukinstellingen in overeenstemming met de papierinstellingen voordat u gaat afdrukken. Als deze
functie is ingeschakeld, wordt een foutbericht weergegeven als deze instellingen niet overeenkomen
om zo onjuiste afdrukken te voorkomen. Als dit foutbericht wordt weergegeven, controleert en corrigeert
u de papierinstellingen.
• Bij het plaatsen van lang papier komen de voorste randen van het papier omhoog, afhankelijk van
•
het papiergewicht. Mogelijk worden afdrukken onjuist uitgelijnd. Voorkom dat de voorste randen van
het papier omhoog komen, bijvoorbeeld door delen die uitsteken buiten de lade met de hand vast te
houden of op andere manieren.
Als u afdrukt op lang papier, houdt u het uitgeworpen papier vast met uw hand of gebruikt u de printer
op de plek waar het papier niet valt. Als het papier valt, kan het bedrukte oppervlak vuil worden of
beschadigen. Als u het papier met uw hand vasthoudt, mag u het niet met kracht uittrekken tijdens het
afdrukken.
189