Download Print deze pagina

Canon PRO-1100 Online Handleiding pagina 268

Advertenties

6.
6. Geef elke instellingsitem op.
• Key algorithm
Geef het handtekeningalgoritme en de sleutelinformatie op.
• Geef de vervaldatum op.
Voer bij Geldig vanaf (Valid from) de datum in waarop u het servercertificaat hebt
gegenereerd.
Voer bij Geldig tot (Valid to) de datum in waarop het servercertificaat vervalt.
• Voer de gangbare naam in.
Op Gangbare naam (Common name) voert u de IPv6 link-local adres (IPv6 link-local
address) in afgekorte vorm in.
Opmerking
• Als u de algemene naam invoert, voegt u [ ] toe aan elk uiteinde van de afgekorte waarde
van het IPv6-adres van de printer.
• Gebruik geen komma of spatie voor de gangbare naam.
7. Selecteer Volg. (Next).
7.
Voer indien nodig Land (Country), Provincie (State or province), Plaats (Locality), Organisatie
(Organization) en Afdeling (Organizational unit) in.
Voer bij Alternatieve onderwerpnamen (Subject Alternative Names) dezelfde informatie in als bij
Gangbare naam (Common name).
8.
8. Selecteer Genereren (Generate).
Het servercertificaat wordt gegenereerd.
Wanneer het genereren van het servercertificaat is voltooid, wordt Zelfondertekend certificaat
gegenereerd. (Generated a self-signed certificate.) weergegeven.
9. Selecteer LAN opnieuw starten (Restart LAN).
9.
Het LAN wordt opnieuw gestart.
Als het LAN opnieuw is gestart, wordt Prtrstatus (Printer status) weergegeven bij Externe UI.
Opmerking
• Als u geen toegang tot Externe UI hebt nadat u het LAN opnieuw hebt gestart, laadt u de
webbrowser opnieuw.
Gegenereerde servercertificaat controleren
1.
1. Selecteer Beveiliging (Security) in Externe UI.
2.
2. Selecteer TLS server settings.
268

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pro-510