Klik op het tabblad Heldere coating (Clear Coating), selecteer het item Heldere coating (Clear
Coating) dat aansluit bij uw afdrukdoel (de opties staan hieronder) en klik op OK.
Opmerking
• Welke menu-items beschikbaar zijn, hangt af van de papiersoort en afdrukkwaliteit.
Automatisch (Auto)
De printer stelt automatisch de gebieden in die met heldere coating worden gevuld en bepaalt of
heldere coating moet worden toegepast.
Volledig (Overall)
De printer past op het hele gebied heldere coating toe, waaronder de marges buiten het
afbeeldingsgebied.
Door op het gehele gebied heldere coating toe te passen, verbetert u de algehele glans, waaronder
van de marges.
Bij deze optie gebruikt de meeste kleuroptimalisatie-inkt (CO) gebruikt.
Afgedrukte gebieden (Printed Areas)
Gebruik deze optie als u de glans alleen in het afbeeldingsgebied wilt verbeteren. Witte gebieden
(waaronder de marges) krijgen geen heldere coating.
Geen (None)
Het afdrukken wordt voortgezet zonder heldere coating.
In vergelijking tot het aanbrengen van heldere coating, kan de beeldkwaliteit slechter zijn of kan het
bedrukte oppervlak beschadigd raken.
Opmerking
• Selecteer Geen (None) als u geen heldere coating nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer u na het
afdrukken lamineert.
108