Opmerking
• U kunt niet dezelfde printernaam gebruiken als een naam die in gebruik is voor andere op het
•
LAN aangesloten apparaten.
• Het eerste en laatste teken van de printernaam mag geen liggend streepje zijn.
•
• TCP/IP-instellingen (TCP/IP settings)
•
Hiermee voert u een IPv4- of IPv6-instelling uit.
• WSD-instelling (WSD settings)
•
Wanneer u items instelt wanneer u WSD gebruikt (een van de netwerkprotocollen die worden
ondersteund in Windows).
◦
◦ WSD in/uitschakelen (Enable/disable WSD)
Hiermee selecteert u of WSD is in- of uitgeschakeld.
Opmerking
•
• Als deze instelling is ingeschakeld, wordt het printerpictogram weergegeven in de
netwerkverkenner in Windows.
◦
◦ Inkomende WSD optimaliseren (Optimize inbound WSD)
Selecteer Inschakelen (Enable) om de WSD-afdrukgegevens sneller te ontvangen.
◦
◦ Time-outinstelling (Timeout settings)
Hiermee geeft u de duur van de time-out op.
•
• Bonjour-instellingen (Bonjour settings)
Items instellen wanneer u Bonjour gebruikt.
◦
◦ Bonjour inschakelen/uitschakelen (Enable/disable Bonjour)
Selecteer Inschakelen (Enable) om Bonjour te gebruiken om de netwerkinstellingen te
configureren.
◦
◦ Servicenaam (Service name)
Hiermee geeft u de Bonjour-servicenaam op.
Opmerking
•
• U kunt niet dezelfde servicenaam gebruiken als een naam die in gebruik is voor andere op
het LAN aangesloten apparaten.
• LPD-instellingen (LPD settings)
•
Schakelt de LPD-instelling in/uit.
•
• RAW-instellingen (RAW settings)
Hiermee wordt RAW afdrukken in- of uitgeschakeld.
218