6. Klik op Onderdelen toevoegen/verwijderen... (Have Disk...).
6.
7. Open in het venster Installeren vanaf schijf (Install From Disk) de map met het
7.
gedownloade printerstuurprogramma, geef het 'inf'-bestand op en klik op OK.
Opmerking
• Als de afdrukserver 32-bits is, geeft u deze op als "xxxxxxx3.INF". Als het 64-bits is, geeft u het op
als "xxxxxxx6.INF".
8.
8. Selecteer de printer die u wilt gebruiken en klik op Volgende (Next).
Opmerking
• Als er een foutbericht wordt weergegeven, selecteert u de andere printer.
9.
9. Klik op Voltooien (Finish)
Het instellen van het afdrukserversysteem voltooid. Vervolgens stelt u de clientsystemen in.
6. Open Verkenner op de client en dubbelklik op het pictogram van de printer die u wilt delen
6.
7. Volg de aanwijzingen en installeer het printerstuurprogramma
7.
De installatie van het clientsysteem is voltooid.
Als u de installatie op een andere client uitvoert, volgt u dezelfde stappen 6 en 7.
307